AGAA C3 week 5: Sera en vaccins

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les weet je:
  • Met welke methoden het lichaam zich tegen indringers van buitenaf beschermt;
  • Wat de begrippen: antigeen, antilichaam, immuniteit, actieve en passieve immunisatie inhouden;
  • Op welke manieren immuniteit beïnvloed kan worden;
  • Wat een vaccin is en welke soorten vaccins er zijn;
  • Wat de toepassingen van vaccins zijn;
  • Wat immunoglobulines zijn en welke toepassingen ze hebben;
  • Wat het Rijks Vaccinatie Programma inhoudt;
  • Wat COVID - 19 is en welke vaccins daar gebruikt worden;

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Geneesmiddelkennis ApothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les weet je:
  • Met welke methoden het lichaam zich tegen indringers van buitenaf beschermt;
  • Wat de begrippen: antigeen, antilichaam, immuniteit, actieve en passieve immunisatie inhouden;
  • Op welke manieren immuniteit beïnvloed kan worden;
  • Wat een vaccin is en welke soorten vaccins er zijn;
  • Wat de toepassingen van vaccins zijn;
  • Wat immunoglobulines zijn en welke toepassingen ze hebben;
  • Wat het Rijks Vaccinatie Programma inhoudt;
  • Wat COVID - 19 is en welke vaccins daar gebruikt worden;

Slide 1 - Slide

Leerdoelen (2)
Aan het eind van de les kan je:
  • Medicatiebewakingssignalen afhandelen die door het AIS gegeneerd worden bij het aanschrijven van immunoglobulines en vaccins;
  • Voorlichting geven over vaccins en immunoglobulines, werking en bijwerkingen uitleggen en de verschillen tussen de diverse soorten vaccins en immunoglobulines uitleggen;
  • Uitleggen wat het belang van vaccineren is en het belang aangeven van een hoge vaccinatiegraad om verschillende ziektes te voorkomen;

Slide 2 - Slide

sleep naar het goede vakje
immuniteit natuurlijk
passief
immuniteit natuurlijk
actief
immuniteit kunstmatig
passief
immuniteit kunstmatig
actief
gedurende de eerste zes levensmaanden
door het doormaken van de ziekte
door een vaccin
voor ziekten waartegen moeder antistoffen vormde
lang niet altijd blijvend
door het geven van anitiserum

Slide 3 - Drag question

sleep naar het goede vakje
immuunglobuline
vaccin
werkt onmiddellijk
vrijwel onschadelijk
hoeveelheid antistof per persoon verschillend
bijwerking: serumziekte
moet regelmatig herhaald
werkt na enige tijd
werkt kort

Slide 4 - Drag question

welke vaccinaties zitten in het rijksvaccinatieprogramma?
wel
RVP
niet
RVP
Gele koorts
DTP
Heam.  influenzae B
Pneumokokken
COVID
DKTP
Meningokokken ACWY
Rabiës
BMR
HPV
Hepatitis B
Cholera vaccin

Slide 5 - Drag question

welke vaccins bevatten levend verzwakt materiaal?
dood
materiaal
levend verzwakt
materiaal
mazelen
meningokokken
rubella
bof
pneumokokken
tetanus
varicella zoster
difterie

Slide 6 - Drag question

Is een vaccin levenslang werkzaam?

Slide 7 - Open question

Wat is de reden dat influenzavaccinatie niet het gehele jaar door gebeurt maar altijd aan het eind van het jaar? Waarom breekt er soms toch een "griep" epidemie uit?

Slide 8 - Open question

welke vaccinaties behoren bij de reizigersvaccinatie?
geen
reizigersvaccinatie
reizigersvaccinatie
BMR
Cholera
DKTP
Gele koorts
Influenza
Rabiës
Teken encefalitis

Slide 9 - Drag question

Noem de belangrijkste verschijnselen van een COVID - infectie

Slide 10 - Open question

Met welke verschijnselen kan een COVID - infectie ook gepaard gaan?

Slide 11 - Open question

Welke groepen mensen hebben een grotere kans op ernstig verloop van een COVID - infectie?

Slide 12 - Open question

Noem vier aandoeningen waarbij de afweer is gestoord en waarbij immuunonderdrukkende medicatie wordt gegeven

Slide 13 - Open question

welke twee typen vaccins worden tegen COVID gebruikt?

Slide 14 - Open question

Hoe werkt een vectorvaccin?

Slide 15 - Open question

Hoe werkt een mRNA vaccin?

Slide 16 - Open question

R/ tetanus immunoglobuline 1 stuk, tetanusvaccin 3 stuks
S. Volgens schema, nu, over een en over 7 maanden 1
R.M. Doorenstouter (03-07-1954)
De heer Doorenstouter is gevallen met de fiets en heeft een paar flinke schaafwonden opgelopen. Hij kan zich niet meer herinneren wanneer de laatste vaccinatie is geweest.

Hij heeft een paar flinke schaafwonden na een van met zijn fiets.
Waarom krijgt hij en immunoglobuline en vaccin?

Slide 17 - Open question

Lees dit door
R/ Hepatitis B immunoglobuline 500IE/ml, 1 ml, 3 stuks
S. Eenmalig injecteren  
R/ HbVAXPRO wesp 1 ml, 10 ug/ml, 3 stuks
S. Nu, over een en over 6 maanden 1 injectie
Juliëtte van Dalen (31-01-2003)

Juliëtte is in opleiding voor doktersassistent en heeft zich tijdens haar stage bij het zetten van een injectie geprikt aan de naald. De persoon die geïnjecteerd werd lijdt aan hepatitis B. Volgens de landelijke richtlijnen prikaccidenten moet zij nu de injecties krijgen zoals op het recept zijn voorgeschreven. Zij heeft zich niet via school laten vaccineren.



Slide 18 - Slide

Waarom ook hier immunoglobuline gecombineerd met vaccin?

Slide 19 - Open question