HS 5 Kijk op taal; les wk 13

Kijk op taal - wk 13

- Beeldtaal

- Afleidingen

- Samenstellingen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kijk op taal - wk 13

- Beeldtaal

- Afleidingen

- Samenstellingen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat beeldtaal is.
  • Je weet wat afleidingen en samenstellingen zijn.
  • Je weet beeldtaal, afleidingen en samenstellingen te benoemen.

Slide 2 - Slide

BEELDTAAL
Je hoeft niet altijd woorden te gebruiken om iets te vertellen.
Met plaatjes en symbolen kun je ook vertellen.

Plaatjes en symbolen zijn vaak makkelijker dan woorden.
Over de hele wereld snapt iedereen beeldtaal.



Slide 3 - Slide

Noem minimaal twee voorbeelden van beeldtaal.

Slide 4 - Open question

BEELDTAAL
Pictogrammen en iconen zijn plaatjes die iets duidelijk maken (beeldtaal).





Bijvoorbeeld geven ze aan 
waar de nooduitgang of het toilet is, of er wifi in een restaurant is.

Slide 5 - Slide

I ❤️ EMOJI'S
Gebruik jij wel eens smileys of emoji's?

Slide 6 - Slide

Opdrachten Beeldtaal

Voor deze opdrachten heb je nodig:

  • Een wit vel papier + potloden / stiften
  • Je telefoon
  • Je creativiteit
  • Een goede speurneus

Slide 7 - Slide

Maak een zin met alleen maar emoji's en schrijf de betekenis erachter.

Slide 8 - Open question

Kijk eens rond in huis wat voor soorten beeldtaal je kunt vinden. Maak hier een foto van en upload deze.

Slide 9 - Open question

Ontwerp een eigen waarschuwingsbord. Bedenk zelf waarvoor je wilt waarschuwen.
Upload een foto van je waarschuwingsbord.

Slide 10 - Open question



Samenstellingen en Afleidingen

Slide 11 - Slide

Wat zijn samenstellingen?


Slide 12 - Slide



Een samenstelling is woord dat gevormd wordt door twee of drie woorden aan elkaar te plakken.

VB:
Boekenkast. 
Boek en kast zijn woorden die ook los van elkaar gebruikt worden.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide



Een afleiding is een woord waar een achtervoegsel of voorvoegsel wordt "vastgeplakt".

Slide 15 - Slide

Betekenissen van voorvoegsels

Slide 16 - Slide

Wat betekenen de volgende woorden:
1. Analfabeet 2. Biseksueel
3. Combinatie 4. Televisie
5. Homoniem

Slide 17 - Open question

Betekenissen van de achtervoegsels:

Slide 18 - Slide

Kort samengevat


Samenstellingen=

woord +woord

Afleidingen=

voorvoegsel+woord
woord+achtervoegsel


Slide 19 - Slide

Huiswerk & volgende les
Maken opdr. 3 + 5 Kijk op taal HS 5.

Volgende les: Grammatica zinsdelen - werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?
Les week 13.

Antwoordbladen huiswerk van wk 12 staan op Magister!

Slide 20 - Slide