Havo/vwo Lesweek 12- Woordenschat HS 5

Woordenschat 
Woordraadstrategie; zoek een bekend woorddeel
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat 
Woordraadstrategie; zoek een bekend woorddeel

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik weet door middel van de woordraadstrategie; zoek een bekend woorddeel achter de betekenis van een woord te komen. 
  • Je weet waar je op moet letten bij het zoeken naar een bekend woorddeel.
  • Je kent de vier soorten woorden.

Slide 2 - Slide

De woordraadstrategieën van de vorige hoofdstukken
1. Synoniemen (HS 1)
2. Een omschrijving (HS 2)
3. Een voorbeeld (HS 3)
4. Een tegenstelling (HS 4)
5. Een bekend woorddeel (HS 5)

Slide 3 - Slide

Wat wordt bedoeld met een woordraadstrategie?

Slide 4 - Open question

Herhaling, wat was wat ook alweer? 
Zoek naar een:
  • - synoniem (HS 1): zelfde betekenis van het woord
  • - omschrijving (HS 2): zoek een omschrijving van het woord
  • - voorbeeld (HS 3): zoek in de tekst naar een voorbeeld
  • - tegenstelling (HS 4): zoek naar tegenstellingen in de tekst

Slide 5 - Slide

Wat heb je nodig?
  • Je boek open op blz. 187 en lees de theorie. (groene tekst)

Slide 6 - Slide

Een bekend woorddeel zoeken
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord (woorddeel)
  • Dit kan bij: 
  1. Woorden die samengesteld zijn (inkoopmedewerker)

  2. Woorden met een voorvoegsel (ongezond)
  3. Achtervoegsel (naamloos)
  4. Woorden met een voor- én achtervoegsel. (ontelbaar)

Slide 7 - Slide

Quiz
  • Let op! Sommige vragen gaan op tijd.
  • Succes met de vragen.

Slide 8 - Slide

Wat doe je als EERSTE als je een moeilijk woord in de tekst tegenkomt?
A
Een woordenboek pakken en het woord opzoeken
B
Een passende woordraadstrategie gebruiken.
C
Nagaan of je de betekenis van het woord nodig hebt om de tekst te begrijpen.

Slide 9 - Quiz

Wat doe je als TWEEDE als je een moeilijk woord in de tekst tegenkomt?
A
Een woordenboek pakken en het woord opzoeken
B
Een passende woordraadstrategie gebruiken.
C
Nagaan of je de betekenis van het woord nodig hebt om de tekst te begrijpen.
D

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een woordraadstrategie?
A
synoniem zoeken
B
omschrijving zoeken
C
vooruit lezen
D
voorbeeld zoeken

Slide 11 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 12 - Quiz

Wat doe je als LAATSTE als je een moeilijk woord in de tekst tegenkomt?
A
Een woordenboek pakken en het woord opzoeken.
B
Een passende woordraadstrategie gebruiken.
C
Nagaan of je de betekenis van het woord nodig hebt om de tekst te begrijpen.
D

Slide 13 - Quiz

Hoe zoek je naar een bekend woorddeel?
A
kijken naar samengestelde woorden en voorvoegsels
B
kijken naar voorvoegsels en achtervoegsels
C
kijken naar samengestelde woorden en achtervoegsels
D
Kijken naar samengestelde woorden, voor- en achtervoegsels

Slide 14 - Quiz

Zoek in het woord dat je niet kent naar een.....................Bijvoorbeeld
procentueel: je ziet het woord procent
A
voorbeeld
B
bekend woorddeel
C
achtervoegsel
D
een synoniem

Slide 15 - Quiz

Wat is de betekenis van het voorvoegsel on-

Slide 16 - Open question

Wat is de betekenis van het achtervoegsel -vol

Slide 17 - Open question

Wat is de betekenis van het achtervoegsel -baar

Slide 18 - Open question

Wat is de betekenis van het woord 'aanschaffen'?
A
kopen
B
verkopen
C
betalen
D
afrekenen

Slide 19 - Quiz

Wat betekent heldhaftig?
A
Dapper
B
Oplettend
C
Snel
D
Voorzichtig

Slide 20 - Quiz

Wat betekent bedenksel?
A
Iets van iemand bedacht heeft
B
Een mengsel van verschillende vloeistoffen
C
Een uitgave van een boek

Slide 21 - Quiz

Welke woordraadstrategie gebruik je?

De gemeente subsidieert de vereniging voor bejaarden.
___________
A
Voorbeeld
B
Synoniem
C
Bekend woorddeel
D
Omschrijving

Slide 22 - Quiz

Welke woordraadstrategie pas je toe?

Volgens psycholoog Paul Ekman zijn gezichtsuitdrukkingen onder alle volkeren en rassen.
universeel
A
Bekend woorddeel
B
Omschrijving
C
Synoniem
D
Voorbeeld

Slide 23 - Quiz

Huiswerk wk 12

  • Maken opdrachten 1 t/m 3 + 5 Woordenschat HS 5, Blz. 187 t/m 189

  • Volgende les: Les wk. 13 - Kijk op Taal; beeldtaal, afleidingen en samenstellingen

Slide 24 - Slide