This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Stil Lezen
timer
2:00
Zoekopdracht!
Gebruik je laptop om uit te vinden waar in Friesland dit is.
Slide 2 - Slide
Welkom!
Grammatica H4 - aanwijzend voornaamwoord
1 Presentie/plaatje van de week/boekentas 2 Quizje 3 Huiswerk nabespreken
mmarinus@ lauwerscollege.nl
3.5 Uitleg aanw. vnw.
4 Zelfstandig werken
5 Wat hebben we geleerd of gemist?
Kennen/kunnen/doen
Je kunt het aanwijzend voornaamwoord benoemen
Je kunt het vragend voornaamwoord benoemen
Slide 3 - Slide
Wat is het verschil tussen de lijdende en de bedrijvende vorm?
A
lijdend = passief bedrijvend = actief
B
er is geen verschil
C
lijdend = actief bedrijvend = passief
Slide 4 - Quiz
Wat is het verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm?
A
Het verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm is wie iets doet.
B
Er is geen verschil tussen de bedrijvende en de lijdende vorm.
C
In de bedrijvende vorm is het onderwerp van de zin iemand/iets die iets doet, terwijl in de lijdende vorm het onderwerp iets/iemand is waarmee iets gedaan wordt.
D
In de bedrijvende vorm is het onderwerp van de zin altijd een persoon, terwijl in de lijdende vorm het onderwerp van de zin altijd een ding is.
Slide 5 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm? Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 6 - Quiz
lijdend of bedrijvend? De fiets wordt door mijn buurman gerepareerd.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
C
Belijdende zin
D
Drijvende zin
Slide 7 - Quiz
Van lijdend naar bedrijvend:
Burgerhuizen zijn beschadigd door handgranaten.
A
Door handgranaten zijn huizen beschadigd.
B
Handgranaten hebben huizen beschadigd.
C
Beschadigd zijn huizen door handgranaten.
D
Huizen zijn door handgranaten beschadigd.
Slide 8 - Quiz
Bedrijvende zin
Lijdende zin
De vriendelijke man aaide de hond.
De hond werd geaaid door de vriendelijke man.
Slide 9 - Drag question
Bedrijvende vorm
Lijdende vorm
Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert gekocht.
De bakker werd door de hond aangevallen.
Word jij later docent aardrijkskunde?
Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!
Heb jij al voor het proefwerk geleerd?
Slide 10 - Drag question
Nakijken opdrachten 9, 10, 11, 13 en 17 vanaf blz. 178
Ruil boek/schrift met de buur
Ik geef de antwoorden
Kijk elkaars antwoorden na en verbeter
Vragen? Vragen!
Slide 11 - Slide
Het aanwijzend voornaamwoord
Kijk naar het schema uit het filmpje. Wat is er mis met 'deze tasje' ?
Slide 12 - Slide
Huiswerk: van opdracht 13 doe ik twee zinnen voor. Jullie mogen kiezen.
Wat?
Vanaf blz. 51 van je B-boek. Maak de opdrachten 1 t/m 6, behalve 5. Zes kun je ook alleen doen, dan doe je de helft.