Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.
Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
bladzijde 115
Biologie
Vanaf bladzijde 117
Opdracht 1 tot en met 10
Vanaf bladzijde 117
Opdracht 1 tot en met 10
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.
Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
bladzijde 115
Biologie
Vanaf bladzijde 117
Opdracht 1 tot en met 10
Vanaf bladzijde 117
Opdracht 1 tot en met 10
Slide 1 - Slide
celkern-chromosomen-DNA
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Chromosomen
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. De celkern regelt wat er in de cel gebeurt. In de celkern liggen chromosomen. Dit zijn lange, dunne draden. Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.
Slide 4 - Slide
Het aantal chromosomen zegt niks over de intelligentie van een organisme. Het is slechts de hoeveelheid DNA waarover de informatie is verdeeld.
Slide 5 - Slide
DNA bevat de 'streepjescodes' van al je erfelijke eigenschappen
Slide 6 - Slide
Chromosomen
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA
Desoxyribosenucleïnezuur
DNA bevat de 'streepjescode' van al je erfelijke eigenschappen