Drogredenen: Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Drogredenen: Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering
Slide 1 - Quiz
Over welke drogredenen hebben wij het hier?
Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking
Slide 2 - Quiz
Drogredenen Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast
Slide 3 - Quiz
'Famke Louise heeft, zeg maar, veel respect voor corona maar de maatregelen vindt ze onzin, daarom draag ik geen mondkapje.'
A
Vals dilemma
B
overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
onjuist beroep op autoriteit
Slide 4 - Quiz
Aanvaardbaarheid van argumentatie
Slide 5 - Slide
Leerdoelen:
Je weet wat kritisch denken inhoudt
Je kunt kritische vragen stellen bij een argumentatie
Je kunt de aanvaardbaarheid van een argumentatie beoordelen
Slide 6 - Slide
Wat is kritisch denken?
A
Het innemen van een standpunt dat afwijkt van de groep
B
Nooit tevreden zijn
C
Zelfstandig tot een weloverwogen en beargumenteerde mening komen.
D
Een vaardigheid waarbij je zo simpel mogelijk probeert na te denken.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
Wie is het meest kritisch van onderstaande personen?
Slide 9 - Poll
Wat deed het eerste meisje anders dan de rest?
Slide 10 - Open question
Welke taalfouten hoorde je?
Slide 11 - Mind map
Aanvaardbaarheid van argumentatie beoordelen
Om de aanvaardbaarheid van argumentaties te toetsen, moet je weten welk argumentatieschema er is gebruikt. Op basis daarvan kan je kritische vragen stellen.
Slide 12 - Slide
Argumentatie =
Argumentatieschema =
het geheel van argumenten en standpunt
het verband tussen argumenten en standpunt
Slide 13 - Drag question
Waarop kan een argumentatieschema gebaseerd zijn?
Slide 14 - Mind map
Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Slide 15 - Quiz
Welke kritische vraag kun je stellen bij deze argumentatie? "Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill."
Slide 16 - Open question
Suiker blijkt veel ongezonder te zijn dan onverzadigd vet. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van vergelijking
Slide 17 - Quiz
Welke kritische vraag kun je stellen? "Suiker blijkt veel ongezonder te zijn dan onverzadigd vet. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf."
Slide 18 - Open question
Ik heb alle opdrachten van de planner in mijn schrift staan
A
Jazeker
B
Nee
C
Ik doe daar geen uitspraken over
Slide 19 - Quiz
Leerdoelen:
Je weet wat kritisch denken inhoudt
Je kunt kritische vragen stellen bij een argumentatie
Je kunt de aanvaardbaarheid van een argumentatie beoordelen