1.4.1 Standpunt & argumenten

ARGUMENTEREN
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

ARGUMENTEREN

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kent basisbegrippen van argumenteren (standpunt, tegenargument, weerlegging);
- Je leert dat er verschillende argumentatieschema's bestaan;
- Je stelt kritische vragen bij argumenten.

Slide 2 - Slide

Lesplanning

Uitleg over belangrijkste begrippen
Opdracht
Uitleg drogredenen


Slide 3 - Slide

Standpunt

Standpunt: mening over iets
                         positief, negatief of twijfelachtig

Signaalwoorden: ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus,                                                  daarom, kortom, mijn conclusie is

Slide 4 - Slide

Argument
Argument: verdediging of aanval van een standpunt. 

Je doel is om je standpunt aannemelijk te maken. 

Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, immers.





Slide 5 - Slide

Tegenargument en weerlegging

Tegenargument: ontkracht het standpunt

Weerlegging: ontkracht het argument





Slide 6 - Slide

Bijvoorbeeld
Het is fijn dat de aarde opwarmt (standpunt), want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor).

Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (tegenargument).

Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 7 - Slide

Argumentatieschema's
Argumentatie kan gebaseerd zijn op:
  1. oorzaak en gevolg
  2. kenmerk en eigenschap
  3. voor- en nadelen
  4. voorbeelden
  5. vergelijking
  6. autoriteit

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 10 - Quiz

Klimaatverandering is zeker van invloed op de gezondheid van de mensen. Vooral oudere mensen kunnen slecht tegen hitte. Er zullen daardoor alleen in Europa al nog meer mensen overlijden dan de tienduizenden mensen die nu al per jaar door de hitte sterven.
A
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van voorbeelden
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 11 - Quiz

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
argumentatie op basis van vergelijking
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 12 - Quiz

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van vergelijking

Slide 13 - Quiz

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
Tekst
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg

Slide 14 - Quiz

Kritische vragen stellen
- Treedt het beschreven gevolg wel op?
- Is de gemaakte vergelijking wel eerlijk?
- Heeft de deskundige eigen belang? 
- Is het wel logisch / waar wat iemand zegt? 

Slide 15 - Slide

Drogredenen

Slide 16 - Slide

Cirkelredenering: Standpunt wordt herhaald.
God bestaat omdat het in de bijbel staat, en wat in de bijbel staat is waar omdat het Gods woord is.


Generalisatie: Standpunt baseren op één op enkele ervaringen.
Ik zag laatst een vrouw helemaal scheef in het parkeervak parkeren. Zo zie je maar dat vrouwen echt niet kunnen inparkeren.




Slide 17 - Slide

Misbruik van autoriteit: Beroep doen op deskundigheid die niet betrouwbaar is.
De verkoper bij KPN zegt dat het KPN netwerk het snelste werkt.

Aanval op de persoon: Niet ingaan op de inhoud, maar iets zeggen over de persoon.
Wat weet hij nou van gezond leven. Hij weegt 130 kilo!

Beroep doen op de meerderheid: De meerderheid is voor het standpunt, dus daarom zou het juist zijn.
Er drinken zoveel mensen alcohol, dus zo ongezond is het niet.

Slide 18 - Slide