What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
dinsdag 11 januari
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Middelbare school
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Slide
afgelopen
een periode direct voor het nu
iets dat is
gestopt
werkwoord: aflopen, het liep af, het is afgelopen
Zin
: De tijd voor de toets is nu
afgelopen, de toets-tijd is voorbij.
Zin
: Ik vind dat al die ruzies
afgelope
n moeten zijn! Het moet nu stoppen!
Slide 2 - Slide
het blik
een voorwerp van
dun metaal
, met daarin eten of drinken.
het blik
is eigenlijk altijd rond
meervoud:
de blikken
Zin
: Ik koop vaak een
blikje
cola.
Zin:
Het blik
met hondenvoer staat in de koelkast.
Slide 3 - Slide
achteraf
nadat iets is afgelopen
iets wat je later bedenkt
tegenstelling: vooraf
Zin
: Toen het ongeluk gebeurd was bleek
achteraf
dat de chauffeur alcohol had gedronken.
Zin
:
Achteraf
was het niet zo slim om mijn toets niet te leren
.
Slide 4 - Slide
spijt hebben van
het gevoel
dat je hebt als je iets hebt gedaan wat je niet had moeten doen
ander woord: sorry!
Zin
: Achteraf
heb ik spijt
dat ik niet heb geleerd voor mijn toets, want nu heb ik een slecht cijfer.
Zin
:
Wij hebben spijt
dat we niet aardig zijn geweest voor dat meisje, want nu is zij verdrietig.
Slide 5 - Slide
de werkstraf
verplicht werken zonder loon te krijgen, omdat je iets gedaan hebt wat niet mocht
Zin
: Ik kreeg een
werkstraf
op school: ik moest papierprikken omdat ik steeds papier op de grond gooide.
Zin
: Soms krijgt iemand een gevangenisstraf en soms een
werkstraf.
Slide 6 - Slide
achteraf
betekent .........
(er zijn twee antwoorden goed)
A
ervoor
B
iets wat voor iets gebeurt
C
erna
D
iets wat na iets gebeurt
Slide 7 - Quiz
Vul het woord in:
kies uit vooraf/achteraf
Het regende heel hard! ..............gezien had ik beter met de trein kunnen gaan.
Slide 8 - Open question
Ik heb spijt van mijn domme grapjes, want zij werd er verdrietig van.
Wat betekent deze zin?
A
dat ik het achteraf erg vind
B
dat ik het achteraf niet erg vind
C
het interesseert mij niet
D
dat ik het beter niet had kunnen doen
Slide 9 - Quiz
Waar heb jij weleens spijt van?
Slide 10 - Mind map
Welke foto's horen bij
werkstraf
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Maak de zin af:
De jongen hoefde niet naar de gevangenis maar kreeg een ...........
A
cadeautje
B
werkstraf
C
traktatie
D
gevangenisstraf
Slide 12 - Quiz
Vul het woord in
'En nu is het ..................!' zei de docent boos.
Slide 13 - Open question
vul de goede tijd in van het werkwoord
Het is goed gegaan, het .....................nu goed af.
A
liepte
B
loopt
C
afgeloopt
D
liep
Slide 14 - Quiz
Op welke foto zie jij
een blik?
A
B
C
D
Slide 15 - Quiz
Wat is het meervoud
het blik/de blik
Slide 16 - Open question
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
afgelopen, het blik/de blik, achteraf/
de werkstraf, spijt hebben van
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Dinsdag 13 december 2022
December 2022
- Lesson with
26 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
dag 2
January 2022
- Lesson with
17 slides
Middelbare school
Test: WOORDSOORTEN 1
September 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Project Milieu
January 2023
- Lesson with
20 slides
Project Milieu
Secundair onderwijs
Schooltaalwoorden - oefening
10 hours ago
- Lesson with
20 slides
Test: WOORDSOORTEN 1
May 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Test: WOORDSOORTEN: voorzetsel en telwoorden
February 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
B1M4 - Soorten zinnen
August 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs