Terugblik basiscommunicatie SV

.





Terugblik basiscommunicatie, les 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

.





Terugblik basiscommunicatie, les 2

Slide 1 - Slide

Welke communicatie wordt hier omschreven: de informatie gaat van zender naar ontvanger en de ontvanger zendt vervolgens ook weer informatie uit
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie
C
Meervoudige communicatie
D
Eenvoudige communicatie

Slide 2 - Quiz

Welk aspect in de communicatieve boodschap wordt hier beschreven: wat laat ik van mijzelf zien?
A
het zakelijke aspect
B
het relationele aspect
C
het expressieve aspect
D
het appellerende aspect

Slide 3 - Quiz

Hoe zorg je dat je respect hebt voor de autonomie van het kind?
A
Zelf te laten ontdekken
B
Door hard te schreeuwen
C
Door de kinderen alles zelf te laten doen
D
De pm'er kiest wat de kinderen doet

Slide 4 - Quiz

Non-verbale communicatie is/zijn..
A
gezichtsuitdrukkingen
B
gebaren
C
lichaamshouding
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quiz

Je wilt dat je boodschap goed en duidelijk overkomt bij de ander, daarom stem je je automatisch af op de ander. Dit wordt ... genoemd. Wat staat er op de puntjes?
A
coderen
B
decoderen
C
zender
D
medium

Slide 6 - Quiz

Wat zijn communicatieve vaardigheden?
A
Actief luisteren
B
Vragen stellen
C
Doorvragen en samenvatten
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

Wat wordt er door pedagogisch medewerkers ingezet om de basisdoelen te bereiken?
A
Regels en rituelen
B
Interactievaardigheden
C
Vragen stellen
D
Een luisterend oor

Slide 8 - Quiz

Welke interactievaardigheid valt er onder de basale?
A
Praten en uitleggen
B
Sensitieve responsiviteit
C
Ontwikkelingsstimulering
D
Begeleiding van interacties

Slide 9 - Quiz

Structuur geef je door:
A
Zelf laten kiezen
B
Zelf te laten doen
C
Oog te hebben voor signalen
D
Rituelen

Slide 10 - Quiz

Ruis is een communicatiestoring. Wat is een externe ruis?
A
Een storing binnen het communicatieproces tussen zender en ontvanger.
B
Een storing door een verschil in referentiekader.
C
Een storing doordat je negatieve non-verbale signalen afgeeft.
D
Een storing die buiten het communicatieproces ligt.

Slide 11 - Quiz

Wat helpt bij complimenteren?
A
Concreet zijn
B
Positief effect gedrag benoemen
C
Focus op het proces
D
Alles klopt

Slide 12 - Quiz