This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat gaan we deze les doen?
Herhalen
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 1 - Slide
6.1 vergrotingsfactor
Slide 2 - Slide
Driehoek DEF is een vergroting. Wat is de vergrotingsfactor? Rond af op 2 decimalen
A
2 : 1,5 = 1,33
B
1,5 : 2 = 0,75
Slide 3 - Quiz
Een kopieerapparaat wordt ingesteld op 120%. Wat is de vergrotingsfactor?
A
0,2
B
1,2
C
0,8
Slide 4 - Quiz
6.2 Gelijkvormige driehoeken
Slide 5 - Slide
Hoe kun je zien dat de driehoeken gelijkvormig zijn?
A
Aan de tekens in de hoeken
B
Dat zie je gewoon
C
Kun je berekenen
Slide 6 - Quiz
Hoe hoog is het flatgebouw?
A
VF = 16 : 2 = 8
dus flatgebouw is 3 x 8 = 24 meter
B
VF = 2 : 16 = 0,125
dus flatgebouw is 3 x 0,125 = 0,38 meter
Slide 7 - Quiz
6.3 oppervlakte vergroten
Slide 8 - Slide
Bij volleybal spelen de mini's op een veld van 32 m2. De senioren spelen op een veld waarvan de zijden 2x zo groot zijn. Hoe groot is het oppervlakte van hun speelveld?
A
32 x 2 = 64 m2
B
32x22=128m2
Slide 9 - Quiz
6.3 inhoud vergroten
Slide 10 - Slide
De vazen hebben dezelfde vorm. Wat is de vergrotingsfactor?
A
18 : 12 = 1,5
B
12 : 18 = 0,67
Slide 11 - Quiz
De inhoud van de kleine vaas is 0,5 liter. De VF is 1,5. Wat is de inhoud van de grote vaas?
A
0,5 x 1,5 = 0,75 liter
B
0,5x1,53=1,69liter
Slide 12 - Quiz
6.4 Schaal
Slide 13 - Slide
6.4 schaal
Slide 14 - Slide
Bij welke schaal hoort de schaallijn?
A
1 : 400
B
1 : 4 000
C
1 : 40 000
D
1 : 400 000
Slide 15 - Quiz
6.4 schaal
Slide 16 - Slide
Het model van het vliegtuig is 19,4 cm lang. Hij is gemaakt op een schaal van 1 : 48. Hoe lang was het vliegtuig in het echt in meters?