1V1_week6

Les objectifs du cours
  • Grammaire: Ik verbeter mijn fouten bij het huiswerkcontrole
  • Grammaire : ik kan het ww “avoir” in een zin gebruiken
  • Écouter et regarder: ik begrijp een tekst en een filmpje over    de organisatie van een verjaardagsfeestje
  • Parler : ik oefen mijn uitspraak met                                                                         de phrases clés van Bron D
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les objectifs du cours
  • Grammaire: Ik verbeter mijn fouten bij het huiswerkcontrole
  • Grammaire : ik kan het ww “avoir” in een zin gebruiken
  • Écouter et regarder: ik begrijp een tekst en een filmpje over    de organisatie van een verjaardagsfeestje
  • Parler : ik oefen mijn uitspraak met                                                                         de phrases clés van Bron D

Slide 1 - Slide

  • le verbe avoir et plus...
  • uitspraak in groepjes
  • zelfstandig werken : Bron E

Slide 2 - Slide

Les devoirs
                                         Pour le lundi 22 février
faire: opdrachten bij Texte E (online maken)

apprendre: vocabulaire A et B herhalen, vocabulaire E (FN-NF)

Slide 3 - Slide

INSTRUCTIONS
Tu vas répéter le verbe AVOIR, mais aussi le verbe ÊTRE.
Prends ton livre de texte, à la page 12 et 44

Slide 4 - Slide

le verbe AVOIR

Slide 5 - Mind map

le verbe avoir is
A
werkwoord zijn
B
werkwoord hebben
C
werkwoord gaan
D
werkwoord doen

Slide 6 - Quiz

Ik heb
A
je suis
B
tu as
C
j'ai
D
tu est

Slide 7 - Quiz

Maak het rijtje van Avoir af
j'ai nous ....
tu as vous ...
il/elle/ on ... ils/elles...

Slide 8 - Open question

jij hebt
A
tu as
B
il a
C
tu es
D
je suis

Slide 9 - Quiz

Avoir
Être
J'ai
Tu as
Il a
Nous avons
Vous avez
Ils ont
Je suis
Tu es
Nous sommes
Il est
Vous êtes
Ils sont

Slide 10 - Drag question

Ik ben Tim
A
j'ai Tim
B
tu es Tim
C
je suis Laura
D
Je suis Tim

Slide 11 - Quiz

Ik ben 13 jaar
A
Je suis 13 ans
B
J'ai 13 ans
C
I

Slide 12 - Quiz

Ik ben Frans
A
J'ai français
B
Je suis français

Slide 13 - Quiz

Ik heb een kat
A
J'ai un chat
B
Je suis un chat

Slide 14 - Quiz

ik ben klein
A
Je suis petit
B
j'ai petit

Slide 15 - Quiz

Ik heb een broer
A
Je suis un frère
B
J'ai un frère

Slide 16 - Quiz

Ik ben aardig
A
j'ai sympa
B
Je suis sympa

Slide 17 - Quiz

noem je familileden in het frans: moeder vader broer zus tante oom...

Slide 18 - Open question

de moeder van je broer is
A
Soeur
B
mère
C
tante
D
père

Slide 19 - Quiz

de man van je moeder is
A
père
B
frère
C
soeur
D
oncle

Slide 20 - Quiz

de dochter van mijn moeder
A
tante
B
mère
C
soeur
D
père

Slide 21 - Quiz

de zoon van mijn ouders
A
oncle
B
père
C
soeur
D
frère

Slide 22 - Quiz

Instructions
  • tu vas lire un texte et regarder un petit film sur une fête d'anniversaire.
  • Fais les exercices en ligne pour Texte E
  • 5 dernières minutes de cours: vocabulaire sur la fête d'anniversaire

Slide 23 - Slide

un anniversaire

Slide 24 - Mind map