What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonsvorm tt en vt
Werkwoordspelling
Waar gaan we het over hebben?
Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd.
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
25 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Waar gaan we het over hebben?
Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd.
Slide 1 - Slide
Hoe vind je persoonsvorm?
Slide 2 - Slide
Hoe vind je persoonsvorm?
Zet de zin in een andere tijd en de persoonsvorm verandert.
Verander de zin van enkelvoud naar meervoud of andersom. De persoonsvorm verandert.
Maak de zin vragend. De persoonsvorm komt vooraan te staan.
Slide 3 - Slide
Hoe vind je persoonsvorm?
Isa geeft een feest.
Isa gaf een feest.
Isa en Lisa gaven een feest.
Geeft Isa een feest?
Slide 4 - Slide
Wij moeten naar school fietsen.
Wat is de persoonsvorm?
A
Fietsen
B
Wij
C
Moeten
D
School
Slide 5 - Quiz
Persoonsvorm tt
Ik vorm: hele werkwoord (infinitief) -en
Soms moet je letters weghalen of veranderen
Bijvoorbeeld: ze
tt
en = ik ze
t
Bijvoorbeeld: l
ez
en = ik le
es
Slide 6 - Slide
Wat is de ik-vorm van 'geloven'
A
Geloof
B
Gelov
C
Gelof
D
Geloov
Slide 7 - Quiz
Wat is de ik-vorm van zwemmen
A
Zwemm
B
Zwem
C
Zwom
D
Zwemme
Slide 8 - Quiz
Persoonsvorm tt
ik = ik-vorm
hij/zij/jij/het = ik-vorm + t
Wij/zij(mv) = hele werkwoord
ik zwem
jij zwemt / zwem jij
wij zwemmen
Slide 9 - Slide
Lopen
ik:
zij:
wij:
Slide 10 - Open question
Raden
ik:
hij:
wij:
Slide 11 - Open question
Let op!
Als de ik-vorm op een -d eindigt, komt er bij hij/zij/jij/het gewoon een -t achter.
Ik raad word vind houd van
jij raadt wordt vindt houdt van
wij raden worden vinden houden van
Slide 12 - Slide
Persoonsvorm vt
Zwakke werkwoorden
- veranderen niet van klank
Sterke werkwoorden
- veranderen wel van klank
Slide 13 - Slide
Sterke werkwoorden
Slide 14 - Slide
Sterke werkwoorden
TT
VT
Ik loop
Ik liep
Hij staat
Hij stond
Wij geven
Wij gaven
Slide 15 - Slide
Zwakke werkwoorden
Enkelvoud: ik-vorm + de/te
Meervoud: ik-vorm + den/ten
Voorbeelden:
Ik plaagde/ Wij plaagden
Ik zette / Wij zetten
Slide 16 - Slide
't ex-kofschip
- Hele werkwoord -en
voorbeeld: morsen = mors
bouwen = bouw
- Zit de laatste letter in 't ex-kofschip?
- t, k, f, s, ch en p zijn ‘stemloze klanken’
- Ja: -te/ten - morsten
- Nee: -de/den - bouwden / leven
Slide 17 - Slide
Door een defecte wekker miste/mistte ik bijna de bus naar school.
A
miste
B
mistte
Slide 18 - Quiz
De agenten bevrijden/bevrijdden het jankende hondje uit de hete auto.
A
bevrijden
B
bevrijdden
Slide 19 - Quiz
Mijn ouders bestelden/besteldden gisteren een nieuwe TV.
A
bestelden
B
besteldden
Slide 20 - Quiz
Mijn hond vluchte/vluchtte naar huis.
A
vluchte
B
vluchtte
Slide 21 - Quiz
Wij (huren) een auto.
Slide 22 - Open question
More lessons like this
Persoonsvorm tt en vt
January 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
zelfstandige les
December 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonsvorm
November 2022
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1-4
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
BBL Werkwoordspelling tt vt vdw
March 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1