6.3 en 6.4: Klimaten in Europa en klimaatverandering

Startklaar
1 / 42
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

pak je schrift
Terugblik

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Topografie
Land + hoofdstad

2
4
11
16
17

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Topografie
Land + hoofdstad

2 Ierland + Dublin
4 Noorwegen + Oslo
11 Frankrijk + Parijs
16 Oostenrijk + Wenen
17 Polen + Warschau

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

6.3 Klimaten in Europa
Klimaat
Kenmerken
Waar?
Cs
Cw
Df
ET
EH

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgrafieken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Landschapzones

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Landschapzones
in Europa

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Herhaling

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke landschappen zie je op de foto's? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

          Savanne                               Toendra                              Taiga   

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bij welke landschapszones horen deze landschappen?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

toendra
taiga
savanne

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uit hoeveel hoofdzones (letters) bestaat het klimaatsysteem van Köppen? 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

A
B
C
D
E
Klimaten van
Köppen



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bij welke hoofdletter
van het systeem van Köppen
hoort deze klimaatgrafiek?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

A: Tropisch klimaat
(Af: tropisch regenwoud klimaat)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welke 5 klimaatfactoren hebben we besproken?

Klimaatfactoren = factoren die bepalen hoe het klimaat in verschillende delen van de wereld is.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke klimaatfactoren hebben we besproken?

  1. Breedteligging 
  2. Hoogteligging (hoogtegordels  + loef/lijzijde) 
  3. Windrichtingen (aanlandig en aflandig) 
  4. Zeestromen (warm en koud)
  5. Afstand van de zee

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

      Klimaatverandering
De leerlingen kennen de volgende kenmerken van klimaatverandering: stijging van de wereldwijde temperatuur en veranderingen in neerslagpatronen. 

Ze kunnen de gevolgen hiervan beschrijven, zoals de verschuiving van klimaat- en landschapszones, verdroging, zeespiegelstijging, uitbreiding van tropische ziektes, oversterfte door hitte en een toename van natuurrampen.

Slide 20 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Wat is klimaatverandering ?
Klimaatverandering is de verandering van temperatuur, neerslag en andere weersomstandigheden over een lange periode. 

De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt:

- door extra broeikasgassen in de atmosfeer.

Slide 22 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Wat is het broeikaseffect? 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Broeikaseffect
  • Broeikaseffect = vasthouden van zonnewarmte door de atmossfeer 
  • Co2 (broeikasgas) houdt warmte vast in de atmosfeer = broeikasgas 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Versterkte
broeikaseffect
Klimaatverandering veroorzaakt door de mens. 
Doordat de mens extra CO2-uitstoot veroorzaakt, zal de temperatuur op aarde extra toenemen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

      Temperatuur | 1961 - 2020

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

      Neerslag | 1961- 2020

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Klimaatverandering

Slide 28 - Slide

Landschap kaart --> laat zien wat er verandert als het warmer blijft worden.
Hoe verandert het klimaat
• Hogere gemiddelde temperaturen wereldwijd.

• Veranderende neerslagpatronen: sommige gebieden worden natter, andere droger.

• Toename van extreme weersomstandigheden zoals hittegolven, stormen en overstromingen.

Slide 29 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
        Menselijke activiteiten die bijdragen aan klimaatverandering
Ontbossing: Minder bomen betekent minder CO₂-opname.

Industrie: Fabrieken stoten veel CO₂ en andere broeikasgassen uit.

Verkeer: Auto’s, vliegtuigen en schepen verbranden fossiele brandstoffen.

Landbouw: Veeteelt produceert methaan, een sterk broeikasgas

Slide 30 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Gevolgen voor de natuur
Smeltende ijskappen en gletsjers, stijgende zeespiegel.

Verandering in ecosystemen: sommige soorten verdwijnen, andere breiden uit.

Veel meer risico op bosbranden en droogtes

Slide 31 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Gevolgen voor de de mens
• Toename van natuurrampen zoals overstromingen en stormen.

• Voedseltekorten door mislukte oogsten.

• Gezondheidsproblemen door hitte, luchtvervuiling en tropische ziektes.

Slide 32 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Zelf aan de slag
Lees par.6.4
maak de opdrachten 1, 6, 7, 8, 10 en 11 op blz. 116-117

Slide 33 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online
     Kleine afsluiting
Klimaatverandering
versterkte broeikaseffect
temperatuurstijging
neerslagpatroon
verdroging
zeespiegelstijging



Slide 34 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
      Lesdoel check
Aan het einde van de les:
  • weet je wat klimaatverandering door het versterkte broeikaseffect is.
  • weet je hoe het klimaat verandert. 
  • Kan je verschillende gevolgen van klimaatverandering voor de mens en de natuur opnoemen. 

Slide 35 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Wat hebben we tot nu toe besproken?
Periode 1
Periode 2
Soorten kaarten
Kaartelementen
Breedte- en lengtegraden 
Lagen van de aarde
Plaatbewegingen
3 oorzaken van Plaatbewegingen
Landschapszones
Klimaatzones (Köppen)
Klimaatgrafiek
Breedteligging
Hoogteligging 
Zee & Windstromen
Klimaatverandering
+ topografie: oceanen, continenten en 15 x Europa

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Oefenen!

Slide 37 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 38 - Link

This item has no instructions

Wat is de belangrijkste oorzaak van de huidige klimaatverandering?

A
Vulkanische activiteit
B
Menselijke uitstoot van broeikasgassen
C
Veranderingen in de baan van de aarde
D
Zonnevlekken

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welke menselijke activiteit draagt het meest bij aan CO₂-uitstoot?




A
Elektriciteitsopwekking uit steenkool en gas
B
Recycling
C
Waterkrachtcentrales
D
Bosaanplanting

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een gevolg van het versterkte broeikaseffect?



A
Afnemende zeespiegel
B
Afnemende temperatuur wereldwijd
C
Extreem weer en smeltende ijskappen
D
Minder CO₂ in de atmosfeer

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Welke maatregel helpt om klimaatverandering tegen te gaan?



A
Meer fossiele brandstoffen gebruiken
B
Overstappen op hernieuwbare energiebronnen
C
Bossen kappen voor landbouwgrond
D
Meer auto’s met benzinemotoren gebruiken

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions