This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
1. Aan het einde van de les weet je wat een zelfstandig naamwoord is.
2. Aan het einde van de les weet je hoe je een zelfstandig naamwoord in het meervoud kan zetten.
Woorden voor:
mensen
dieren
planten/natuurverschijnselen
dingen/gevoel
(eigen) namen
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het
enkelvoud en in het meervoud staan
enkelvoud = één stoel en één bank
meervoud = twee stoelen en twee banken
Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en
lamp - lampen
mes - messen
weg - wegen
kaas - kazen
lamp + en = lampen
boer + en = boeren
dans + en = dansen
lot + en = loten
Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen,
want je hoort een korte klank
klas + s + en = klassen
bak + k + en = bakken
bed + d + en = bedden
Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen,
want je hoort een lange klank
schaar - a + en = scharen
been - e + en = benen
sloot - o + en = sloten
Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v
raaf + f/v + en = raven
brief + f/v + en = brieven
golf + f/v + en = golven
Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z
baas + s/z + en = bazen
huis + s/z + en = huizen
mees + s/z + en = mezen
Bij woorden die eindigen op -ee of -ie maak je langer met -ën of met -"n (let op de plaats van de klemtoon)
fee = feeën
knie = knieën
bacterie = bacteriën
porie = poriën
REGELS VAN HET MEERVOUD OP -EN
KENNEN EN KUNNEN GEBRUIKEN
- je kunt het meervoud van een zelfstandig naamwoord schrijven als het op -en
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.