Desem is een voordeeg met een natuurlijke basis. Dat wil zeggen: een voordeeg met wilde gisten en bacteriën. Samen zorgen ze voor het rijzen en voor de smaak van het brood.
Tijdens de fermentatie doen de bacteriën en wilde gisten hun werk. Ze zetten de koolhydraten (suikers) in de bloem of in het meel om naar CO2, alcohol en zuren. CO2 is met name bij het rijzen belangrijk. De zuren zorgen voor smaak. Het gaat daarbij om melkzuurbacteriën en azijnzuurbacteriën. Melkzuur zorgt voor een milde smaak en azijnzuur voor een scherpe, zure smaak. Je wilt dat dit in balans is en je kunt het ook beïnvloeden.
De desem in de bakkerij wordt daar vaak ook opgestart. Daarom bevat de desem dan ook vaak deeltjes van Saccharomyces cerevisiae omdat die in de lucht zweven.