lezen H5 mening, argument, conclusie 3gt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Voorlezen

Goedemiddag 3A

Let op!

Formatieve toets is morgen al! Vrijdag nakijken...

Opdracht voor de recensie moet op 18 mei ingeleverd worden.

Dus; film kijken in de vakantie!

Zijn er vragen over de toets?

Leer de theoriestukken van hoofdstuk 5 van lezen, woordenschat, taalverzorging en spelling.

blz. 124 Lezen: Mening, argument, conclusie

blz. 138 Woordenschat: Overdrijving en ironie

blz. 142 Taalverzorging: Verkleinwoorden en afkortingen

blz. 144 Taalverzorging: Tussenletters

Herhalen:

ik kan met behulp van signaalwoorden meningen, argumenten en conclusies herkennen en begrijpen

(lezen H5 blz 124)

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Welk signaalwoord kondigt een argument aan?

1. namelijk
2. omdat
3. dus
4. concluderend

Feit, mening of argument?
Ik vind dat ieder kind voor een huisdier moet zorgen.

1. Mening
2. Argument
3. Feit

Feit, mening of argument
'Omdat ze zo leren verantwoordelijkheid te nemen.'

1. Feit
2. Argument
3. Mening

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Jip zegt: "Ik speel in het beste team!"
Sven zegt: "Want wij hebben de beste verdediging!

1. Jip: mening Sven: mening
2. Jip: argument Matthijs: argument
3. Jip: argument Sven: mening
4. Jip: mening Sven: argument

Standpunt of argument?
Omdat oude auto's heel vervuilend zijn, mogen ze niet meer in het centrum komen.

Omdat oude auto's heel vervuilend zijn is een ...

1. standpunt
2. argument

Wat zijn géén signaalwoorden voor een argument?

1. omdat - want
2. namelijk - immers
3. aangezien - bovendien
4. echter - daarentegen

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
want de docent is erg leuk.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

huiswerk

Bekijk alles voor de toets nog goed. 

blz. 156 Lezen: Mening, argument, conclusie

blz. 174 Woordenschat: Overdrijving en ironie

blz. 180 Taalverzorging: Tussenletters

blz. 184 Taalverzorging: Werkwoordspelling