Les 2 § 2.8 Spelling (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Het bepalen van de kernzin van een alinea

Welkom

Ga rustig zitten

Pak je Ta!ent, schrift, pen en laptop.

• Kan een zwak werkwoord van klank veranderen als je deze in een andere tijd zet?
• wonen, sterk/zwak ww?
• praten, sterk/zwak ww?
• roepen, sterk/zwak ww?
• krijgen, sterk/zwak ww?
• Noem een sterk ww
• Noem een zwak ww

Huiswerk nakijken

Opdracht 2 t/m 5

Gezamenlijk maken

Opdracht 6 (p. 134)

Melodie

1. melodiën
2. melodieën

kopie

1. kopiën
2. kopieën

ruzie

1. ruziën
2. ruzieën

materie

1. materiën
2. materieën

Waar ligt de klemtoon?
industrie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep
3. middelste lettergreep

Wat is het woord in mv?
Dat zijn oude (industrie)

1. industriën
2. industrieën

Waar ligt de klemtoon?
fotokopie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep
3. middelste lettergreep

Wat is het woord in mv?
Ik maakte twee (fotokopie)

1. fotokopiën
2. fotokopieën

Waar ligt de klemtoon?
kolonie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep
3. middelste lettergreep

Wat is het woord in mv?
Nederland had vroeger veel (kolonie)

1. koloniën
2. kolonieën

Wat is het woord in mv?
In de garage staan twee (slee)

1. sleeën
2. sleën

Waar ligt de klemtoon?
theorie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep
3. middelste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
melodie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep
3. middelste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
bacterie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep
3. middelste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
moskee

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
olie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
twee

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
knie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
porie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep

Waar ligt de klemtoon?
kolonie

1. eerste lettergreep
2. laatste lettergreep
3. middelste lettergreep

Gezamenlijk maken

Opdracht 10 (p. 136)

Dictee

Alle 4 de woorden goed, 2 extra punten voor de toets (0,5 pt per goed antwoord)