20241115 Quiz TC Thema 7

 Bijvoeglijk naamwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

 Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 1 - Slide

De ............ vader kijkt naar zijn zoon.
A
boos
B
boze
C
booze
D
boose

Slide 2 - Quiz

Hou jij van ............ muziek?
A
harde
B
hard

Slide 3 - Quiz

De badkamer is nog steeds .........
A
vieze
B
vies

Slide 4 - Quiz

Het eten is ............
A
heerlijk
B
heerlijke

Slide 5 - Quiz

De vrouw van de directeur is .............
A
aardig
B
aardige

Slide 6 - Quiz

Ik ben net terug van een ........... vakantie.
A
lange
B
lang

Slide 7 - Quiz

Zij heeft ............. haar.
A
mooi
B
mooie

Slide 8 - Quiz

Vanmorgen ben ik vroeg ......
A
opstaan
B
opgestaat
C
opgestaan
D
opstaat

Slide 9 - Quiz

Heb jij voor vanavond al eten ......
A
bestelt
B
besteld
C
gebesteld
D
gebestelt

Slide 10 - Quiz

wat is er ....... ?
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 11 - Quiz

Hij heeft gisteren tot laat in de avond ........
A
gewerkd
B
gewerkt
C
gewerk

Slide 12 - Quiz

Waar ben jij dit weekend ........
A
zijn
B
geweest
C
geweesd
D
geweesdt

Slide 13 - Quiz

Hij ....... morgen zeventien
A
word
B
wort
C
wordt
D
wortd

Slide 14 - Quiz

Het .......... niet vaak dat ik mis
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
heleboel
B
heleboul

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
tandeborstel
B
tandenborstel
C
tandborstel

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
gehandicapt
B
gehandikapt
C
gehandicept

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
werkeloos
B
werkloos

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
de eigenar
B
de eiegenaar
C
de ijgenaar
D
de eigenaar

Slide 20 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
de brug
B
de bruug
C
de brugg

Slide 21 - Quiz