This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Goedemorgen
Slide 1 - Slide
Informatieoverdracht / rapporteren
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
- Kort terugblikken naar vorige keer
- Rapportage vormen
- Vastleggen van observatie gegevens
- Aandachtspunten bij schriftelijke en mondelinge rapportage
-Dossier vorming
- Observatie methoden
- AVG regels i.c.m. beroepscode PM'er
Slide 3 - Slide
Wat was stap 2 van methodisch werken ook weer?
Slide 4 - Open question
Waarom werken we methodisch in de kinderopvang?
Slide 5 - Open question
Stap 1 van het observatieplan is;
A
Ordenen van gegevens
B
Observatie methoden
C
Vraagstelling-> Wat ga je observeren?
D
De aanleiding-> waarom ga je observeren?
Slide 6 - Quiz
Bij kwantitatief observeren;
A
Beschrijf je precies wat een kind doet
B
Noteer je hoe vaak iemand bepaald gedrag laat zien.
Slide 7 - Quiz
SMART doel: geef een voorbeeld van de R van SMART
Slide 8 - Open question
Waarom is het belangrijk om in het observatieplan aan te geven wat de plaats en tijd van de observatie was?
Slide 9 - Open question
Welke observatiehulpmiddelen kan je gebruiken? Noem er minstens 3
Slide 10 - Open question
Waarom rapporteer je?
Slide 11 - Mind map
Je rapporteert om te:
Informeren
Evalueren
Adviseren
Verantwoorden
Signaleren
Slide 12 - Slide
Wat bedoelen we met verantwoorden?
Slide 13 - Mind map
Leg uit wat informeel rapporteren is
Slide 14 - Mind map
Antwoord
Informeel rapporteren is:
informatie geven op een informele, persoonlijke manier.
vb. bij ophalen van de kinderen even de dag bespreken.
Je gaat niet zo methodisch te werk.
Vaak handig om je gevoel te toetsen.
Slide 15 - Slide
Wat bedoelen we met formeel rapporteren? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
persoonlijk
B
zakelijk
C
methodisch van opzet
D
vaak mondeling
Slide 16 - Quiz
Wat voor informatie verzamel je over de kinderen op stage?
Slide 17 - Mind map
Mondeling rapporteren
Als PM-er rapporteer je mondeling de hele dag door met collega's.
Wat is er gebeurd, wat is jou opgevallen en hoe de activiteiten zijn gegaan?
De overdracht naar ouders is soms ook mondeling. Denk aan de haal & breng momenten
Slide 18 - Slide
Schriftelijk rapporteren
Bij een schriftelijke rapportage gelden twee aandachtspunten als je je boodschap duidelijk wilt overbrengen:
Je rapportage is gestructureerd.
Het taalgebruik is helder en passend bij de doelgroep.
Inhoud duidelijk moet zijn. Degene die de rapportage leest, moet begrijpen wat jij bedoelt. Ook moet je schrijfstijl passen bij de lezer en wil je dat je tekst foutloos en verzorgd is.
Slide 19 - Slide
Dossier vorming
Alle rapportages komen in een dossier;
In een dossier zit alle belangrijke informatie die over een kind of een onderwerp is verzameld.
In een dossier zit privacygevoelige informatie(AVG regels)
dus niet iedereen mag de dossier inzien.
Slide 20 - Slide
Helder en Correct rapporteren
Je moet veel vaardigheden beheersen om helder te kunnen rapporteren.
Een rapportage moet duidelijk en bondig zijn.
Slide 21 - Slide
Welke voordelen heeft een mondelinge overdracht?
Slide 22 - Open question
Voordelen
Zichtbare mimiek
Gebruik van gebaren
De informatie is rechtstreeks (zonder gebruik van een medium)
Je kan je informatie toelichten
Meer overtuiging
De effecten van de informatie zijn zichtbaar
Slide 23 - Slide
Nadelen
Denk individueel eens na en schrijf op:
Welke nadelen kleven er aan een mondelinge informatieoverdracht?
Slide 24 - Slide
Schriftelijke rapportage:
Je moet informatie bewaren
als mondelinge rapportage niet uitkomt
om te zorgen dat je informatie niet vergeet
Voordeel: informatie makkelijker te delen met anderen
Nadeel: kost veel tijd. Wat op papier staat ligt vast. Je kan onbedoeld kwetsend over komen omdat je de ander niet ziet.
Slide 25 - Slide
Rapportage vormen;
Overdrachtsrapportage; noem je ook wel een overdracht. Gebruik je als je het werk overdraagt aan een collega.
Dagboekje; kinderdagverblijven houden een dagboekje of heen-en-weerschriftje bij (op papier of digitaal) Hierbij gaat het om een schriftelijke rapportage naar ouders waarin er beschreven wordt wat er die dag is gebeurd.
Slide 26 - Slide
Observatie gegevens vastleggen;
Je legt de gegevens van je observatie vast. Je beschrijft zo nauwkeurig mogelijk wat je hebt waargenomen.
(Let op dat je geen interpretaties opneemt, je noteert alleen de gegevens die met je vraagstelling te maken hebben).
Slide 27 - Slide
Observatie schema
Observatie schema hoort bij een gestructureerde observatiemethode.
Een observatieschema is een lijst met gedragskenmerken die je bijv. kunt aankruisen/turven ect.
Slide 28 - Slide
Observatie schema
Voordeel
-objectieve en betrouwbare manier om gegevens vast te leggen.
Observatie schema
Nadeel
-Je waarneming is beperkt, omdat je alleen gedrag vastlegt dat op de observatielijst staat.
Slide 29 - Slide
Beoordelingsschaal, is een lijst met gedragingen waarin je met een cijfer aangeeft in hoeverre het kind dat gedrag laat zien.
Slide 30 - Slide
Beoordelingsschaal
Voordeel
-Je moet nadenken, in welke mate en hoe vaak een kind wel of niet een bepaald gedrag laat zien.
Beoordelingsschaal
Nadeel
- Subjectief, je geeft zelf een oordeel over vertoond gedrag
Slide 31 - Slide
Beschrijvend observeren
Schrijf je alles op wat je opvalt ( ongestructureerde manier van registeren)->
Na de observatie werk je de gegevens zo snel mogelijk uit tot een verslag.->
Dit verslag gebruik je dan weer om een vraagstelling te formuleren voor de volgende observatie.
Slide 32 - Slide
Voordeel Beschrijvend observeren
Je kan alles vastleggen wat je belangrijk vindt
Je krijgt een completer beeld van de situatie
Nadeel beschrijvend observeren
Kost te veel tijd
Je kan informatie vergeten
minder betrouwbaar
Slide 33 - Slide
Nadeel; Bij deze manier van observeren geef je zelf een oordeel over getoond gedrag. Dit hoort bij;