Periode 2: Les 1 - 2VAb & 2VAc

Welkom!
  • Tas op de grond. open.
  • Boeken op tafel
  • Telefoon in de tas of eigen tas
  • Spullencontrole: heb jij je aantekeningenschrift netjes bijgehouden? Ook inzage in je werkboek.
timer
3:00
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
  • Tas op de grond. open.
  • Boeken op tafel
  • Telefoon in de tas of eigen tas
  • Spullencontrole: heb jij je aantekeningenschrift netjes bijgehouden? Ook inzage in je werkboek.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Pak je chromebook en doe  mee met LessonUp

Slide 2 - Slide

Start je Chromebook, en via Cool/cloudwise inloggen op LessonUp
Quizje: welke plaats hoort bij welke foto?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke stad zag je op de foto?
A
San Francisco
B
New York
C
Londen
D
New Delhi

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Welke stad zag je op de foto?
A
Brasilia
B
Sydney
C
Melbourne
D
Miami

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Welke stad zag je op de foto?
A
Brasilia
B
Ankara
C
Mallorca
D
Barcelona

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Welke stad zag je op de foto?
A
Parijs
B
Napels
C
Madrid
D
Barcelona

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Welke stad zag je op de foto?
A
Hong Kong
B
Jakarta
C
Moskou
D
Singapore

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Welke stad zag je op de foto?
A
Singapore
B
Jakarta
C
Ankara
D
Istanbul

Slide 15 - Quiz

Waar is dit?
En hoe kun je hier wonen?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Fysieke kenmerken
Ligging kenmerken
Functionele kenmerken

Waar moet jij bij het begrip 'stad' aan denken? Schrijf zoveel mogelijk associaties op.

Slide 18 - Mind map

 vraagstuk steden:


Waarom leren we dit?

Slide 19 - Slide

Waarom willen we dit weten?

Slide 20 - Slide

Waarom willen we dit weten?

Slide 21 - Slide

H2: Steden
  • Groei van steden, opbouw en verandering steden
  • Steden als knooppunten van wereldwijde netwerken van kapitaal, goederenstroom en communicatie
  • Keerzijde: megasteden slagen steeds minder in alle nieuwkomers te huisvesten en te voorzien in basisvoorzieningen.
  • Duik in de toekomst: hoe zal het stedelijk landschap er in de toekomst uitzien? Hoe zal deze ontwikkelen?

Slide 22 - Slide

Aan de slag: individueel uitwerken (Zs)
1. Maak opdracht: H2. Introductie opdr. 1 t/m 6 (blz. 38 + 39 WB)
2. Schrijf je antwoorden op in je werkboek.
3. Klaar? Maken opdr. 1,2,3 van paragraaf vaardigheden (WB blz 40). 


timer
15:00

Slide 23 - Slide

Bespreken H2. Introductie opdr. 1/tm 6. 

Slide 24 - Slide

§1 Leven in de grote stad

Slide 25 - Slide

New York een stad, omdat:
  • Veel inwoners
  • Hoge bevolkingsdichtheid
  • Hoge bebouwingsdichtheid
  • Groot aantal voorzieningen
  • Mensen werken in de secundaire of tertaire sector

Slide 26 - Slide

Combinaties
Bestuurscentrum van land = wereldstad
10 miljoen inwoners, geen grote rol in de wereld = megastad
groot, belangrijk op wereldniveau = hoofdstad

Slide 27 - Slide

Ontwikkeling megasteden- en steden

Slide 28 - Slide

Top
De positie van Londen staat onder druk, hoe komt dat?

  • Door de Brexit kan Londen minder belangrijk worden

Slide 29 - Slide

Is dit een voorbeeld van een stad in een arm of rijk land?

Slide 30 - Slide

§1 Aantekening
Megasteden, wereldsteden en hoofdsteden
  • Megastad: meer dan 10 miljoen inwoners 
  • Wereldstad of global city: Veel inwoners en is voor groot deel van de wereld belangrijk als centrum voor economie, cultuur en politiek
  • Hoofdsteden: meestal de belangrijkste stad in een land 

Slide 31 - Slide

§1 Aantekening

Slide 32 - Slide

Aan de slag: individueel Zs
1. Pak werkboek.
2. Maken opdrachten H2  Schaalrekenen: opdr. 1,2,3 &
2.1: opdr.3,4,5,7
4. Atlas nodig? Pak deze uit de kast. 
5. Klaar? Maken samenvatting paragraaf 2.1



timer
15:00

Slide 33 - Slide

Reflectie

  1. Stad, wereldstad, megasteden?
  2. Kenmerken stad?
  3. Herkennen arme en rijke steden?

Slide 34 - Slide

Toets bespreken

Slide 35 - Slide

Toets bespreken; regels
  • Ik bespreek de toets, jullie luisteren. Daarna luister ik naar jullie
  • Vragen pas na afloop van de uitleg. Niet onderbreken tijdens uitleg.

Slide 36 - Slide