This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Signaalwoorden deel 2
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
DOORDAT er de hele nacht katten aan het vechten waren in de tuin, heb ik niet kunnen slapen.
A
Signaalwoord van opsomming/volgorde
B
Signaalwoord van tijd
C
Signaalwoord van verklaring/argument
D
Signaalwoord van oorzaak/gevolg
Slide 7 - Quiz
SINDS mijn vriendin haar haar heeft geblondeerd, krijgt ze allemaal foute types achter zich aan.
A
Signaalwoord van tijd
B
Signaalwoord van tegenstelling
C
Signaalwoord van opsomming/volgorde
D
Signaalwoord van oorzaak/gevolg
Slide 8 - Quiz
Ik dacht dat ik een coole auto had gekocht, MAAR mijn vrienden lachten me allemaal uit.
A
Signaalwoord van tijd
B
Signaalwoord van reden/argument
C
Signaalwoord van tegenstelling
D
Signaalwoord van oorzaak/gevolg
Slide 9 - Quiz
Ik geef al mijn geld uit aan onesies OMDAT ik graag comfortabel op de bank zit thuis .
A
Signaalwoord van tijd
B
Signaalwoord van reden/argument
C
Signaalwoord van oorzaak/gevolg
D
Signaalwoord van tegenstelling
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Woordenschat
abstract
geleidelijk
Slide 12 - Slide
In de tekst wordt het woord 'metamorfose' gebruikt. Wat betekent dit?
A
Licht/donkercontrast
B
Vormverandering
C
Optische illusie
D
In de restvorm zie je een ander figuur
Slide 13 - Quiz
In de prent 'Dag en Nacht' zie je meerdere metamorfoses. Noem er één.
Slide 14 - Open question
Signaalwoorden deel 2
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Hoeveel signaalwoorden van vergelijking zie je?
Evenals in zijn andere werk, moet je hier goed kijken om de betekenis te begrijpen: in Eschers oog zie je een schedel. Soortgelijke figuren symboliseren in de kunst vaak de dood.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Maak zelf een zin met een signaalwoord van vergelijking: evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), zo, zoals, net (zo) als, even ... als, net zo ... als groter/kleiner/beter etc. dan
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Wat voor soort signaalwoord zou dit zijn?
Escher laat twee rimpelingen in de vijver zien, ZODAT wij weten dat we naar een spiegeling in het water kijken.
A
probleem-oplossing
B
samenvatting-conclusie
C
doel-middel
D
vergelijking
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Wat zou Escher willen bereiken met zijn kunst? Gebruik in je antwoord een signaalwoord van doel-middel: daarvoor, door middel van, om, met de bedoeling, om dat te bereiken, zodat, opdat, waarvoor
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Hoeveel signaalwoorden van probleem-oplossing tel je? Het vraagstuk bij deze prent is: in welke wereld zijn we eigenlijk? Escher geeft verschillende antwoorden: de uitkomst kan verschillen, dat is afhankelijk van het raam waar je doorheen kijkt.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Escher laat ons vaak iets zien dat in werkelijkheid onmogelijk is, ZOALS deze handen die elkaar tekenen.
'Zoals' is een signaalwoord van voorbeeld-toelichting. Maar wat geeft het eigenlijk aan?
A
Dat de handen elkaar tekenen is een voorbeeld van iets onmogelijks.
B
Dat de handen elkaar tekenen is een toelichting van iets onmogelijks.
C
Dat Escher ons iets onmogelijks laat zien is een voorbeeld van de tekening.
D
Dat Escher ons iets onmogelijks laat zien is een toelichting bij de tekening.
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Welk signaalwoord van voorwaarde hoort hier?
Iedereen kan van Eschers werk genieten, ..... je alleen van felgekleurde schilderijen houdt.
A
mits
B
als
C
indien
D
tenzij
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Maak de zin af met een signaalwoord van voorwaarde: als, indien, mits, tenzij, in het geval dat, voor het geval dat
Ik ben altijd heel aardig, ...
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
AL MET AL kan je in het werk van Escher een onmogelijke wereld binnenstappen.
Wat is een ander signaalwoord van samenvatting/conclusie waardoor je deze woorden kan vervangen?
A
Kortom
B
Hierdoor
C
Concluderend
D
Dus
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Slide
Schrijf wat je van Eschers werk vindt/hebt geleerd in een zin met een signaalwoord van samenvatting/conclusie: samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar, dat, concluderend