What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.5 Woorden 1f
2.5 Woorden 1f
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2.5 Woorden 1f
Slide 1 - Slide
2.5: woorden
Slide 2 - Slide
Wat is een ander woord voor 'abrupt'?
A
traag
B
abnormaal
C
stoppen
D
plotseling
Slide 3 - Quiz
Wat is een ander voor voor 'in een mum van tijd'?
A
mummie
B
traag
C
snel
D
plotseling
Slide 4 - Quiz
Wat is een ander woord voor 'slap'?
A
sterk
B
saai
C
futloos
D
fit
Slide 5 - Quiz
Wat betekent het woord:
gevarieerd
A
erg bijzonder
B
afwisselend
C
oplossing
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het woord:
voorhanden zijn
A
zonder risico's
B
in de buurt gelegen
C
heel erg druk en rommelig
D
beschikbaar
Slide 7 - Quiz
Wat betekent het woord:
hectisch
A
heel plotseling
B
afzonderen
C
heel erg druk en rommelig
D
zonder risico's
Slide 8 - Quiz
Wat betekent het woord:
naburig
A
buren
B
in de buurt gelegen
C
ver weg
D
leuke buren
Slide 9 - Quiz
Wat betekent het woord:
de remedie
A
geneesmiddel
B
hulp bieden
C
medisch
Slide 10 - Quiz
Wat betekent: de herkomst
A
druk en rommelig
B
waar je vandaan komt
C
origineel
D
isoleren.
Slide 11 - Quiz
Wat is een ander woord voor: isoleren.
A
isoleert
B
leren
C
afzonderen
D
maken
Slide 12 - Quiz
Wat is een ander woord(en) voor: nuttigen
A
nuttig
B
handig
C
eten en drinken
D
overdoen
Slide 13 - Quiz
Wat is een ander woord voor aantrekkelijk?
A
leuk
B
aangetrokken
C
makkelijk
D
verleidelijk
Slide 14 - Quiz
Wat is een ander woord voor: teweegbrengen
A
veroorzaken
B
toebrengen
C
versnellen
D
wegen
Slide 15 - Quiz
wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Video
Welk woord is geen synoniem van het woord: verantwoord
A
gezond
B
risicovol
C
zonder risico's
D
duurzaam
Slide 18 - Quiz
Wat is het synoniem van: begrijpen
A
snappen
B
ordenen
Slide 19 - Quiz
Wat is een synoniem van: blessure
A
bloed
B
verwonding
Slide 20 - Quiz
Wat is een synoniem van: eenvoudig
A
enkelvoudig
B
makkelijk
Slide 21 - Quiz
Wat is een synoniem van: opdracht
A
taak
B
moeilijk
C
makkelijk
D
opdrachten
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
2.5 woorden
October 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Talent MH1 Woorden H1 en H2
August 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Herhaling woorden H1.5 en H2.5 2
October 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Laatste les voor de toets
October 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2.5 woorden
October 2020
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordstrategieën en woorden van vreemde herkomst
August 2022
- Lesson with
10 slides
Betekenissen
April 2024
- Lesson with
18 slides
2223_H1_Formatieve toets WGS hst 2 en 3
January 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1