Les 20 thema 8


Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Hij
B
spreekt
C
de
D
bevolking
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Hij
B
spreekt
C
de
D
bevolking

Slide 1 - Quiz


Wat is het lidwoord?
A
jaar
B
stijgt
C
het
D
inwoners

Slide 2 - Quiz


Wat is het werkwoord?
A
Waar
B
de
C
wereld
D
verblijf

Slide 3 - Quiz


Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Tekst
De lieve kat ligt op bed.
A
De
B
lieve
C
kat
D
ligt

Slide 4 - Quiz


Wat is het voorzetsel?
A
Tussen
B
huizen
C
bomen
D
geplant

Slide 5 - Quiz

LESDOEL
Ik kan lidwoorden en zelfstandige naamwoorden  benoemen in een zin.

Slide 6 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Er zijn vier soorten zelfstandige naamwoorden:
- mensen
- dieren
- dingen
- planten
Voor een zelfstandig naamwoord kan een lidwoord:
de - het - een

Slide 7 - Slide

Dylan heeft prachtige krullen.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
krullen
B
prachtige
C
Dylan
D
heeft

Slide 8 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Daar is het meisje.
A
Daar
B
is
C
het
D
meisje

Slide 9 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Daar is Marijke.
A
Daar
B
is
C
Marijke

Slide 10 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Er zwemt een vis.
A
zwemt
B
vis
C
Er
D
een

Slide 11 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Ik zit op een kruk.
A
zit
B
op
C
een
D
kruk

Slide 12 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Petra woont in Hilversum.
A
Petra
B
woont
C
in
D
Hilversum

Slide 13 - Quiz

Schrijf de lidwoorden op

Slide 14 - Open question

Lidwoorden
  1. De
  2. Het
  3. Een

De vader en het kind zitten in een vliegtuig.



Slide 15 - Slide

Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?

Daar is .... meisje.
A
de
B
het

Slide 16 - Quiz

Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?

Hoor jij .... hond blaffen.
A
de
B
het

Slide 17 - Quiz

Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?

Dat is .... hondje van de buren.
A
de
B
het

Slide 18 - Quiz

Welk lidwoord hoort op de stippeltjes?

.... artiest
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 19 - Quiz