Les 10: Wonen in een verstedelijke omgeving

Startklaar
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 22 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Deze les
Voouitblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Deze les
Vooruitblik
X                X                X                X        

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

      Lesdoel
Vandaag behandelen we de inleidende les over het onderwerp steden. We zullen een onderscheid maken tussen stad en dorp, en kijken naar de groeifasen van steden. Ook onderzoeken we hoe verschillende buurten zich hebben ontwikkeld.

Slide 5 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen kennen wat een stad is. 

2. De leerlingen kennen wat urbanisatie is . 

3. De leerlingen kennen wijken in Den Haag


Slide 6 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Stad
- bevlokingsdichtheid 
- adressendichtheid 
- beroepsbevolking 
- voorzieningen 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

 landelijke gebied
- lage adressendichtheid: laag inwonertal, laag aantal woningen
- veel landbouw en natuur
- vooral laagbouw
- de meeste inwoners gaan voor hun werk en voor voorzieningen naar de stad

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Urbanisatie in NL
Van de Nederlandse bevolking woont ongeveer:
- 90% in een stad of het dichtbebouwde gebied eromheen
- 10% in het landelijke gebied / op het  platteland

=>Nederlandse steden zijn relatief klein,  maar liggen dicht bij elkaar (vooral in ... )

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Groei van steden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Groeistadia
Centrale stad = de belangrijkste stad in een agglomeratie.
Agglomeratie = een stad met daaraan vastgegroeide voorsteden en dorpen. 
Stadsgewest = stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact hebben.
Stedelijk netwerk = groep steden die onderling sterk verbonden is door contacten tussen bedrijven, overheden en instellingen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

        Contacten tussen steden en omliggende gebieden

Verzorgingsgebied = Het gebied rondom een stad dat voor alle stedelijke voorzieningen is aangewezen op die stad.
Reikwijdte = De maximale afstand die mensen willen reizen om gebruik te maken van een voorziening.
Drempelwaarde = Het minimum aantal mogelijke klanten of bezoekers dat een voorziening nodig heeft om te kunnen blijven bestaan.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

        Contacten tussen steden en omliggende gebieden

=>  neemt toe.

Woon-werkverkeer: pendelen van forensen tussen woongemeente en hun werk in een andere gemeente, vaak binnen hetzelfde stadsgewest.

Hoger voorzieningenniveau in de centrale stad:
- winkels, middelbare school, ziekenhuis, restaurant, supermarkt
- groter verzorgingsgebied dan de stad zelf, grote reikwijdte en genoeg gebruikers om de drempelwaarde te halen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

     Kleine afsluiting
stad 
platteland 
centrum stad 
agglomeratie 
stadsgewest 
stedelijke netwerk

Slide 16 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Zelf aan de slag
maak de opdrachten 1, 2 en 3 op blz.131

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Controle van begrip 3
...

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

     Grote afsluiting
Vandaag behandelen we de inleidende les over het onderwerp steden. We zullen een onderscheid maken tussen stad en dorp, en kijken naar de groeifasen van steden. Ook onderzoeken we hoe verschillende buurten zich hebben ontwikkeld.


Slide 20 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice

Slide 21 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 22 - Link

This item has no instructions