Waarover schrijf ik? - Een gebeurtenis uit jouw boek.
Voor wie schrijf ik? - Klasgenoten
Met welk doel schrijf ik? - Amuseren
Wat voor soort tekst is het? - Kort verhaal
Hoeveel tijd staat ervoor? - 30 minuten
Waar wordt het gepubliceerd? - printen
Aan welke eisen moet het voldoen? - andere plaats / extra persoon
Hoe en door wie wordt hij beoordeeld? - Geen cijfer, klasgenoten