Have/has (got) to = iets moet van iemand anders
Formule:
has/have (got) to + hele werkwoord
Gebruik:
Iets moet van iemand anders, niet van jou.
Je geeft een noodzaak, zekerheid of verplichting aan.
Example: Mum says I have to do the dishes.
You have to turn off your phone in class.