Uitgangspunten goede les:
De leraar bezit kennis van de ontwikkeling van leerlingen, hun behoeften, leertheorieën, de strategieën die impact hebben op de leerresultaten, de breinfuncties, de vakinhoud en vakdidactiek;
De leraar kan die kennis in diverse situaties flexibel toepassen;
De leraar kan, door te reflecteren op het effect van zijn gedrag, zijn aanpak aanpassen en creatief omgaan met die kennis;
Het resultaat van de goede les is dat leerlingen in een positieve sfeer hebben geleerd. Het gedrag van de leerlingen laat zien hoe effectief de leraar is. Watzlawick.