Dernier entraînement avant SE 1 - V6

Combinez les mots français avec la traduction néerlandaise. 
Le PDG
en effet
comme
depuis
au lieu de
rarement
quant à
le SDF
la SNCF
dorénavant
de CEO
zoals, aangezien
sinds(dien)
in plaats van
de Franse spoorwegen
zelden
wat betreft
de dakloze
voortaan
inderdaad
1 / 20
next
Slide 1: Drag question
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Combinez les mots français avec la traduction néerlandaise. 
Le PDG
en effet
comme
depuis
au lieu de
rarement
quant à
le SDF
la SNCF
dorénavant
de CEO
zoals, aangezien
sinds(dien)
in plaats van
de Franse spoorwegen
zelden
wat betreft
de dakloze
voortaan
inderdaad

Slide 1 - Drag question

Combinez les mots français avec la traduction néerlandaise. Il reste 2 mots.
de plus
en outre
en résumé
comme si
de l'indifférence
de l'inquiétude
qu’est-ce qui ressort de ...
nombreux
le métier
un milieu favorisé
samengevat
bovendien
bovendien
alsof
talrijk
ongerustheid
oververschilligheid
een rijk milieu
het beroep
wat blijkt uit...
wat is het doel van...
echter

Slide 2 - Drag question

Traduis ce verbe:

que je sache
A
dat ik wist
B
dat ik weet
C
dat ik kan
D
dat ik kon

Slide 3 - Quiz

Traduis ce verbe:

Je fus
A
ik rook
B
ik deed
C
ik was
D
ik ging

Slide 4 - Quiz

Traduis ce verbe:

nous allions
A
dat wij gingen
B
wij zijn gegaan
C
wij gingen
D
wij gaan

Slide 5 - Quiz

Traduis ce verbe:

Ik zou kunnen
A
je peux
B
je pourrai
C
je pouvais
D
je pourrais

Slide 6 - Quiz

Traduis ce verbe:

ils vécurent
A
zij leefden
B
zij leven
C
zij zagen
D
zij zien

Slide 7 - Quiz

Traduis ce verbe:
zij komen
A
ils vont
B
ils viennent
C
ils arrivent
D
ils partent

Slide 8 - Quiz

Traduis ce verbe:
zij is geboren

Slide 9 - Open question

Traduis ce verbe:
zij eindigen (man. mv)

Slide 10 - Open question

Traduis ce verbe:
Drink! (u)

Slide 11 - Open question

Traduis ce verbe:
zij gelooft

Slide 12 - Open question

Traduis ce verbe:
J'ai lu

Slide 13 - Open question

Combinez les  formes du verbe être avec la traduction néerlandaise. Attention aux intrus.
qu'il soit
nous fûmes
nous sommes
vous seriez
j'ai été
je serai
tu seras
vous êtes
soyez! 
wij waren
u bent
ik ben geweest
jullie zouden zijn
jullie zullen zijn
wij zijn
dat hij is
hij is
jij zal zijn
jij zou zijn
ik was
ik zal zijn
wees! (u)
laten wij zijn!

Slide 14 - Drag question

Om de imparfait van FINIR te maken:
1) neem je het infinitief, min - IR,
2) dan voeg je de uitgangen toe van de imparfait (ai, ais, ait, ions, iez, iont). Klopt dat?
A
Ja, helemaal
B
Nee, stap 1 is fout
C
Nee, stap 2 is fout
D
Nee, beide stappen zijn fout

Slide 15 - Quiz

Vrai ou Faux:

De futur simple en de conditionnel gebruiken de dezelfde stam maar niet dezelfde uitgangen.
A
Vrai
B
Faux

Slide 16 - Quiz

Traduis:

Sur quoi veut-il attirer l’attention?

Slide 17 - Open question

Traduis:
Par quel mot peut-on remplacer... ?

Slide 18 - Open question

Traduis:
A quoi sert le 2ème alinéa?

Slide 19 - Open question

Uit welk werkwoord komen deze vormen?
WETEN
GAAN
HEBBEN
nous savons
sachez !
tu as su
nous irions
tu as eu
ils iront
nous avons
il eurent
j'allai
tu sauras
je vais
ils ont

Slide 20 - Drag question