4HA 21 november

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen 4HA

Telefoon in je tas

Oefenboek, Birk, laptop, pen en schrift op tafel;


Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Zin 1
Achabar lichtte haar vertrek toe in een verklaring waarin ze sprak over polariserende omgangsvormen.  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zin 2
De voorkeursplaatsen werden expliciet gemaakt met behulp van neologismen en een retorische vraag. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Agenda

  • Dictee
  • Doorloop onderdelen & diverse hints 
  • Zelfstandig aan de slag met stof toetsweek

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bronnen moeten ....
Geloofwaardig: kwaliteitskranten, overheid, officiële onderzoeksinstanties. Is de auteur deskundig!
Nauwkeurig: actueel, bronvermelding
Neutraal: wat is het doel? Commerciële (of andere) belangen 
Redelijk: op de bal, niet op de man
Onderbouwd: bibliografie, bronnen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stof toetsweek: Teams
Onderdeel 1: Leesvaardigheid (h 2,3,4,5,6,8) 

Onderdeel 2: Framing/stijlfiguren/gedichten (h9 & stijlfiguren blz. 158-159 (herkennen!) 

Onderdeel 3: boekopdracht
 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel 1: 
Leesvaardigheid
1. maak 10 (toets)vragen (uit ieder te leren hoofdstuk van communicatie één & twee tekstafhankelijke vragen)
Bedenk een passend tussenkopje
2. Antwoordmodel op de achterkant noteren



Onderdeel 2: 
Framing/stijlfiguren
Mi have a droom
1. De titel? Rotterdam 2059?
2. Welke stijlfiguren (zie blz. 158/159) zie je terug in het gedicht.
....welke vragen kunnen er dus gesteld worden.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel 3: Birk
Je schrijft een .... over een .... uit Birk en je legt uit wat jij ...
Je geeft ook ....uit het boek.

Je .... heeft minimaal ...tot maximaal ...woorden.

In je ...onderstreep je de signaalwoorden.
Boek mag meegenomen worden. Na toets meteen inleveren.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Deel 1) Leesvaardigheid: wat hebben we gehad?
Onderwerp & hoofdgedachte (h2)
Tekstsoorten (h3) Verhalend/feitelijk/waarderend
Inleiding, kern en slot (h4)
Tekststructuur (h5)

Alinea's en verbanden (6)
Bronnenonderzoek (7)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bronnenonderzoek h8

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel 1: leesvaardigheid 
1. maak 10 (toets)vragen (uit ieder te leren hoofdstuk van communicatie één & twee tekstafhankelijke vragen) 
WEES SPECIFIEK
2. Antwoordmodel op de achterkant noteren 

3. Controleren op spelling en leesbaarheid 
Tekst bewaren, vragen inleveren. Klaar: Birk!


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
1. Check Teams: waar ben je gebleven?
2. Pak je theorie(boek) of kopie en lees. Daarna met het oefenboek aan de slag.
3. Maak een planning. Let op Kern heeft prioriteit
4. Inhoudelijke vragen! Via Teams
5. Overige vragen ....

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel 2: framing en stijlfiguren
Mi have a droom
1. De titel?
2. Welke stijlfiguren (zie blz. 158/159) zie je terug in het gedicht.

....welke vragen kunnen er dus gesteld worden.

Klaar: Birk lezen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Herhaling framing
Glas is halfvol/halfleeg
Pro-life (tegen abortus) > tegenframe Pro-choice
watermetafoor: overpkoeld door vluchtelingen
Terrorist - vrijheidsstrijder
Wat is er nou zo irritant aan die persoon?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Waarom stijlfiguren?
Creatief taalgebruik

Benadrukken 


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Theorieboek blz. 158/159

1. Herhalingen en opsommingen
2. Tegenstellingen en ontkenningen
3. Overdrijvingen en nuanceringen
4. Spot
5. Woordspelingen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Herhalingen en opsommingen
(anti)climax

slenteren, lopen, rennen, racen

slenteren, lopen, rennen, stilstaan (anti)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Repetitio
herhaling:
Nooit, nooit, nooit neem ik een hond;
Nooit, nooit, nooit neem ik een hond!
Ik neem geen Duitse herder, geen boxer en geen kees
Geen poedel en geen teckel en ook geen pekinees.
(Hans Dorresteijn)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Tegenstellingen en ontkenningen
Paradox
schijnbare tegenstelling:
Het geluid van de stilte
Nu is het verleden van de toekomst

Retorische vraag
Denk je dat ik gek ben? Dat zeg je toch niet.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Spot
ironie is licht: 'sorry dat ik altijd zo vroeg begin' (docent tegen leerling, die laat komt)
sarcasme is harder: 'ga anders de rest van je leven bij AH werken' (tegen een leerling die niet meedoet)

cynisme is heel erg hard: Ach een hond is in ieder geval goedkoper dan een kind.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat klinkt beter?

rebellen /verzetsstrijders/ opstandelingen/ vrijheidsstrijders/ martelaar/ terroristen/ revolutionairen
 
Zijn er meer positieve of negatieve frames?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Mi have een droom
 stitti word ik remi da rimpel, weke pampa achter glas & ik zweer je gast deze land is niet meer wat ze was - sjoef dan habibi, sjoef door di ruitenal die toelies, al di tuigkoppen uit di tegenwoordige tijd, oyooo di playen biggi pompoe pompoe, aber komen niet van hiro & di zuigt maar & di praat maar habbi dabbi & di doet maar takki takki poep & ik zeg you
di bokitoos hebben geen props of respect, di hebben da dockz in da fitti gezet

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Stijlfiguren in Framing!

 vergelijking: Instroom, uitstroom en doorstroom. De boel zit gewoon verstopt. 
hyperbool: ik ga dood van de honger
eufemisme: zorgelijke demografische ontwikkelingen in Nederland
neologisme: draaideurcrimineel

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met stijlfiguren
Maak opdracht 2 & 3 op blz. 148

Maak opdracht 1 b,c,d &   2 a,b blz. 150

Maak opdracht op papier en lever in
Birk


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met framing
1) Opdracht 10, 11 blz. 24-25
2) Zoek minimaal twee voorbeelden van framing in een nieuwsbericht, webartikel, reclameboodschap ...

Klaar: lees verder in Birk, vul in vragen deel 2

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stijlfiguren in literatuur en poëzie
In mijn tong jeukten mieren

De stilte sloeg in ons gezicht

Haar blik werd zacht als een kus


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Mi have een droom
Stijlfiguren: theorieboek blz. 158/159

Blz. 148 Oefenboek
Maak vraag 4a/b/c/d




Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Slide 32 - Link

This item has no instructions

Aan de slag

Birk
Lees tot en met blz. 94 tot deel III
       
4. Maak opdracht 2 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden tekstsoorten
1 a Doel: beschrijven hoe je een gerecht moet maken.
Stappen: beschrijven van gerecht ,benodigde ingrediënten, stapsgewijze bereidingswijze.
b Doel: beschrijven hoe je mobiel werkt.
Stappen: beschrijving van je mobiel, beschrijving onderdelen en functies mobiel, stapsgewijze instructie.
c Doel: informeren over een gebeurtenis / gebeurtenissen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

2. Beschouwing, betoog en respons zijn allemaal waarderende tekstsoorten > ze hebben allemaal een oordeel/mening.

3. Het belangrijkste doel van deze strip is instructie geven.
b De tekstsoort die bij dit doel hoort is procedure.
c beschrijving van uitkomst (‘kom uit de kast’) d Tekstsoort: verhaal met als doel: aanzetten een verhaal te vertellen.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Straattaal moet je serieus nemen blz. 40/41
Samen
1) Inleiding, kernzinnen, slot 
2) vragen 

Zelfstandig
3) beantwoorden vraag 11 t/m 17  
Klaar ga naar NUMO

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Ondertussen ...
1) Wie is Birk? of wat is een Birk?
2) Naam? Ouder of een jonger iemand? Ding, wat kun je doen met een Birk?
3) Waar komen vooral meeuwen voor? Wat betekent dit voor het verhaal?
4) Het is een teder en beklemmend verhaal?
Wat is beklemmend?  Wat is teder?  
5) Het is het debuut van Jaap Robben. Wat is een debuut?
6) Intense dialogen? Wat wordt daarmee bedoeld? 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
1. Je weet wat een betoog is en kent verschillende types argumentatie
2. Je kunt een betoog analyseren en kritisch lezen
3. Je kunt een stelling en argumenten uit een betoog halen 
4. Je kunt argumenten vormen via de AUB-methode

Slide 39 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Betoog

Slide 40 - Mind map

This item has no instructions

Argumentatie

Slide 41 - Mind map

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 42 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 45 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
    Begrippen uit deze les

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket;

Slide 47 - Open question

This item has no instructions