Les 7.5 Voortplanting

Les 7.5 Voortplanting
1 / 52
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 7.5 Voortplanting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Vorige week:
  • Concept gedrag en interactie
  • Kan ik uitleggen dat gedrag een reactie is op prikkels uit de omgeving.
  • Kan ik uitleggen dat organismen aanpassingen in gedrag kunnen aanbrengen om te overleven.
  • Ben ik verder gegaan aan de formatieve toets 'De Slimste Student'.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Periode 7
Beoordeling (formatief):
  • Aanwezigheid + deelname
  • Start- + formatieve toets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

  • Kan ik het doel van voortplanting benoemen van planten, schimmels en de mens benoemen.
  • Kan ik de voortplantingsorganen, geslachtskenmerken en de menstruatiecyclus benoemen
  • Kan ik uitleggen wat erfelijkheid en genen inhouden.
  • Ga ik verder aan de formatieve toets 'De Slimste Student'.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welk boek gaan we gebruiken?
  • Aanschaffen van de boeken niet verplicht
  • Boeken zijn op school en worden gebruikt in de lessen
  • Gebruikten boeken worden aangeboden voor kleine prijsjes op diverse websites dus wellicht is dat een optie als je het toch graag aan wilt schaffen.

  • https://www.goedvoorbereidnaardepabo.nl
  • https://www.studiopabo.nl/studiopabo
  • De websites zijn echt heel breed en helpen jou om de stof beter te begrijpen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Formatieve toets

Week 9 
 10 april
Spel slimste mens

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Programma van vandaag
  • Hoe bouw ik een bewijsstuk op?
  • Starten met de formatieve toets het spel `de slimste student`
  • Afsluiting

Slide 7 - Slide

This item has no instructions



5 kernconcepten Natuur:

  • Biologische eenheid
  • Instandhouding
  • Gedrag en interactie
  • Voortplanting
  • Groei en ontwikkeling




5 kernconcepten Techniek:

  • Materie en techniek
  • Energie en techniek
  • Licht, geluid en techniek
  • Kracht, beweging en techniek
  • Ruimte


Portfolio natuur & techniek

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het kernconcept biologische eenheid ken
4 leerdoelen
B.4.1. De aspirant-student kan uitleggen hoe de voortplanting bij dieren, planten en de mens
verloopt.
Planten: ongeslachtelijk voortplanting (bollen, knollen, stekken, uitlopers, klonen), geslachtelijke
voortplanting, soort, zaadplanten, man, vrouw, eenslachtig, tweeslachtig, (kruis-)bestuiving,
bevruchting, voortplantingscellen (stuifmeel, eicel), zaadbeginsel, zaad, vrucht, zaad- en
vruchtverspreiding (wind-, dier- en waterverspreiding)
Schimmels: paddenstoel, vorming sporen, versmelting
Dieren: spermacel, eicel, uitwendige bevruchting, inwendige bevruchting, eierleggend,
levendbarend
Mens: menstruatiecyclus, eierstok, ovulatie, menstruatie, innesteling, baarmoederslijmvlies,
vruchtvliezen, voorbehoedsmiddelen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Het kernconcept biologische eenheid ken
4 leerdoelen
B.4.2. De aspirant-student kan kenmerken van planten, dieren en de mens (bouw, gedrag) in
verband brengen met de wijze van bevruchting.
Wind-, en insectbestuiving, primaire en secundaire geslachtskenmerken, balts, nesteldrang,
paringsdrang
B.4.3. De aspirant-student kan het ontstaan van geslachtscellen beschrijven aan de hand van
het verschil tussen een dubbele set en een enkelvoudige set chromosomen en de rol van
chromosomen bij het overdragen van erfelijke eigenschappen op nakomelingen toelichten.
Meiose (vorming chromosoomparen), DNA, gen, erfelijke eigenschappen, erfelijkheid
(dominant, recessief), X- en Y- chromosoom 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Secundaire geslachtkenmerken man
  • Baardgroei
  • Stemverlaging door verandering strottenhoofd
  • Lichaamsbeharing
  • Schaamhaar

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Secundaire geslachtkenmerken vrouw 
  • Borsten
  • Brede heupen
  • Schaamhaar
  • Meer vetafzetting

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wie bepaald het geslacht van een baby?
A
Man
B
Vrouw

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De man is de bepaler
  • Vrouwen hebben twee X-chromosomen (XX).
  • Mannen hebben één X-chromosoom en één Y-chromosoom (XY).
Tijdens de bevruchting draagt de moeder altijd een X-chromosoom bij, terwijl de vader een X- of een Y-chromosoom kan bijdragen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tepels zijn bedoeld om een baby mee te voeden. Waarom hebben mannen tepels?
A
Evolutie
B
Primair geslachtskenmerk
C
Door het X-Y chromosoom
D
Gebeurd ergens tijdens de ontwikkeling van het embryo

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Tepelmysterie
  • Het mannenlichaam en het vrouwenlichaam zijn in het begin van de zwangerschap nog hetzelfde (inclusief tepels)
  • Tot een week of zeven hebben zowel jongens als meisjes een opening in het kruis, met een knopje (‘genitaal uitsteeksel’) erboven
  • Ook zitten bij allebei buisjes in de buik, het begin van eileiders óf testikels
  • Zowel jongens als meisjes krijgen tepels. Kortom: tepels horen bij het ‘basispakket’ van het menselijk lichaam, bij zowel mannen als vrouwen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Mannen maken continu zaadcellen aan. Wanneer produceren vrouwen hun eicellen?
A
Tijdens puberteit
B
Bij de geboorte
C
Tijdens de menopauze
D
Na de eerste menstruatie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet de prostaat?
A
Bewaart zaadcellen
B
Voegt vocht toe aan de zaadcellen
C
Maakt zaadcellen
D
Maakt de penis stijf

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij sterilisatie worden de zaadleiders doorgeknipt en dichtgemaakt.
Iemand beweert dat een man na een geslaagde sterilisatie minder baardgroei heeft. Leg uit of deze bewering juist is.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoelang duurt de menstruatiecyclus van een vrouw?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wanneer begint de eerste dag van een menstruatiecyclus?
A
Op de dag dat de ovulatie plaatsvindt
B
Op de laatste dag van de menstruatie
C
Op de middelste dag van de menstruatie
D
Op de eerste dag van de menstruatie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar tijdens haar menstruatiecyclus?
A
Een week voor de menstruatie
B
Direct na de menstruatie
C
Ongeveer halverwege de cyclus
D
Tijdens de menstruatie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende gebeurtenissen vinden plaats in de eileider van een vrouw?
A
Bevruchting en de eerste delingen van de bevruchte eicel
B
Innesteling en ovulatie
C
Bevruchting en innesteling
D
Ovulatie en de eerste delingen van de bevruchte eicel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Op welke dagen van de menstruatiecyclus is vrouw vruchtbaar?
A
cd 1-28
B
cd 14-18
C
cd 21-28
D
cd 11-16

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

LH en FSH
(hypofyse)
  • Follikelstimulerend hormoon stimuleert de groei en rijping van follikels (eiblaasjes) in de eierstokken. Deze follikels bevatten eicellen die klaar zijn om te ovuleren. 
  • Luteïniserend hormoon stimuleert de ovulatie (eisprong), wat de vrijlating van een eicel uit de eierstok is. Na de ovulatie helpt LH bij de vorming van het corpus luteum, dat progesteron produceert om de baarmoeder voor te bereiden op een mogelijke zwangerschap.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Regulatie menstruatiecyclus
Oestrogenen: Wanneer de niveaus van oestrogenen in het lichaam stijgen, geven ze een signaal aan de hypofyse om de productie van follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH) te verminderen. 

Progestagenen: Deze hormonen werken op een vergelijkbare manier als progesteron en kunnen de afgifte van FSH en LH door de hypofyse remmen. Dit voorkomt de eisprong en maakt het slijm in de baarmoederhals taaier, waardoor het minder doorgankelijk wordt voor zaadcellen.


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Werking anticonceptie
wat zijn kenmerken cyclus bij de pil?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Onderzoek naar gedrag van vrouwen tijdens de vruchtbare dagen
  1. Verhoogde aantrekkelijkheid: Vrouwen kunnen zich aantrekkelijker voelen en worden vaak als aantrekkelijker gezien door anderen tijdens hun vruchtbare dagen.
  2. Verandering in voorkeuren: Tijdens de vruchtbare periode hebben vrouwen de neiging om voorkeur te geven aan mannen met meer masculiene kenmerken.
  3. Verhoogde seksuele interesse: Er is vaak een toename in seksuele interesse en activiteit tijdens de vruchtbare dagen.
  4. Sociale interacties: Vrouwen kunnen meer geneigd zijn om sociale 
        interacties aan te gaan en meer aandacht te besteden aan hun uiterlijk.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Betrouwbaarheid
  • Lichaamstemperatuur verandert slechts minimaal tijdens de vruchtbare periode, wat het moeilijk maakt om nauwkeurig te bepalen wanneer je wel of niet vruchtbaar bent
  • Baarmoederslijmvlies informatie over je vruchtbaarheid. 
  • Levensduur van het zaad van partner speelt een rol bij het bepalen van vruchtbaarheid.
  • Daarnaast verschilt het aantal vruchtbare dagen per vrouw.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Genen en erfelijkheid

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Marcia en Millie Biggs
= tweeling met verschillende huidskleuren
Hogson tweeling--> Kian heeft een lichte huidskleur en blauwe ogen, terwijl Remee een donkere huidskleur en donkere ogen heeft.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Fragiele X syndroom (FXS)
  • Zeldzame erfelijke aandoening
  • Meest voorkomende erfelijke oorzaak van een verstandelijke beperking (m/v)
  • Waarbij de mannen in de regel ernstiger zijn aangedaan

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit dat dan?
Jongens hebben één X-chromosoom en één Y-chromosoom. Als hun enige X-chromosoom een fout in het FMR1-gen heeft, dan krijgen ze het Fragiele X-syndroom.

Meisjes hebben twee X-chromosomen. Als één X-chromosoom een fout heeft, kan het andere X-chromosoom dat vaak deels opvangen. Daarom hebben meisjes meestal mildere klachten dan jongens.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

5 minuten pauze
timer
1:00

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Spel `de slimste student`
  • Spelregels staan op It's
  • Maak een groep met 5 studenten
  • Maak ook hier de tafel indeling naar in de klas

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Groep 4
Amber
Evi
Valerie
Zoe
Mika
Groep 5
Fabian
Thijmen V
Noor
Ryan
Berra
Groep 6

Groep 1
Thijmen van H
Azine
Carmen
Tess
Nina
Groep 2
Yannick
Jasper
Roberto
Isabella
Annemarie
Groep 3
Nienke
Robin
Linda
Esmee
Tamam
Leerpark

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 1
Sanne
Thirze
Lotte
Tessa
Renee
Groep 2
Sara
Nora
Isa
Julie
Kayleigh

Groep 3
Sylvan
Alek
Aya
Ricky
Melissa
Britt
Mollenburgseweg

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Taakverdeling spelen spel 
(later te bepalen)

Voor het spelen van het spel is er:
• 1 quizmaster nodig
• beheerder van de timer
• 3 kandidaten die het spel uiteindelijk gaan spelen
• Verdeel deze taken!

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Taak verdeling 
  • Wie maakt er een gratis account aan op LessonUP,  deel deze gegevens met de groep!
  • Wie legt de vragen en de antwoorden vast in een document, zorg ervoor dat dit document met elkaar kan worden gedeeld
  • Zorg ervoor dat dit iedere les met elkaar gedeeld kan worden!!

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

RONDE 2
OPEN DEUR

Slide 45 - Slide

Ronde 2

In deze ronde moeten de kandidaten opnoemen wat ze weten van een onderwerp. Ze hebben hiervoor 1 minuut. Daarna mogen de andere kandidaten ook antwoorden geven.
De tweede ronde: Open Deur.
Iedere kandidaat krijgt een vraag gesteld die vier antwoordmogelijkheden heeft. De kandidaten moeten dingen zeggen die ze weten over het onderwerp terwijl er seconden aflopen. Voor elk goed antwoord kan een kandidaat 20 seconden krijgen. Een kandidaat mag ook passen, waarna er geen seconden meer aflopen en de beurt gaat naar een andere kandidaat.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van ?
Perestrojka
20
Sovjet-Unie
20
communisme
20
Glasnost
20
timer
1:00

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van ?
raketten
20
1962
20
Chroesjtsjov
20
Kennedy
20
timer
1:00

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van de ?
vluchten
20
graffiti
20
gevallen in 1989
20
Oost-Duitsland
20
timer
1:00

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we vandaag bereikt?
✅Ik heb een duidelijk beeld hoe ik een bewijsstuk kan opbouwen.
✅Ik begrijp het concept biologische eenheid
✅Ik ben begonnen aan de formatieve toets 'De Slimste Student'.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Vooruitblik
  • We gaan ons verdiepen in instandhouding
  • We gaan verder werken aan het spel `de slimste student`

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 52 - Slide

This item has no instructions