This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Systematisch Gegevens Verzamelen
Slide 1 - Slide
De diagnostische fase is de eerste fase in het verpleegkundig proces
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Verpleegkundige modellen
Een schematische voorstelling van de verpleegkundige werkelijkheid.
Het is een hulpmiddel om zorg in woorden uit te drukken, gegevens te verzamelen, interventies te bepalen en te evalueren.
Slide 3 - Slide
Verpleegkundige modellen
Beschrijven de relatie tussen vier samenhangende begrippen:
de mens, de omgeving, de gezondheid en het verpleegkundig handelen.
Door die relatie te beschrijven wordt onder andere duidelijk:
wat het doel van verplegen is
welke gegevens je moet verzamelen om de zorgbehoefte vast te kunnen stellen
waar verpleegkundige interventies zich op moeten richten
Slide 4 - Slide
Verschillende Vpk modellen
Behoeftemodellen gaan ervan uit dat verpleegkundige zorg nodig is als er onvoldoende tegemoetgekomen wordt aan een behoefte van een mens, en als die persoon zelf niet in staat is om dit tekort aan te vullen.
Adaptatiemodel/ uitkomstmodel: is een verpleegkundig model waarin de nadruk ligt op de uitkomst, of het resultaat van verplegen.
Algemene systeemtheorie. Volgens de systeemtheorie vormt elk georganiseerd geheel een systeem
Slide 5 - Slide
Henderson
Behoeftemodel '50/'60: de mens als een psychosomatische eenheid met een aantal fundamentele behoeften of basisbehoeften (VPK handelen in 14 componenten)
Verpleegkundige diagnose: belang van participatie zorgvrager, gedurende gehele proces
Verpleegkundige interventies: doel is de zorgvrager weer onafhankelijk te maken bij het zorgen voor zijn basisbehoeften.
Orem
Zelfzorgmodel:
Drie soorten behoeften: universele, ontwikkelingsgebonden en gezondheidsgebonden zelfzorgbehoeften.
De doelen die door zelfzorgactiviteiten bereikt worden, noemt Orem zelfzorgvereisten. Het totaal van zelfzorgactiviteiten die je hiervoor onderneemt = therapeutische zelfzorgbehoefte.
Slide 6 - Slide
Adaptatiemodel van Roy
nadruk ligt op de uitkomst, of het resultaat van verplegen.
de mens als een somatopsychosociale eenheid die continu in interactie met de omgeving is; vnl inGHZ
Het continue proces om evenwicht met de omgeving te bereiken en in stand te houden wordt in het model van Roy adaptatie genoemd
Verpleegkundige diagnose:De gegevensverzameling over het copinggedrag van de zorgvrager met betrekking tot de vier adaptatiewijzen.
Verpleegkundige interventie: gericht op scheppen van evenwicht
Neuman Systems Model (NSM)
ontworpen en bedoeld voor gebruik in multidisciplinaire teams; vnl in GGZ
Gaat uit van cliëntsystemen i.p.v. zorgvrager, dat bepaald wordt door 5 variabelen
Een ander uitgangspunt van NSM is dat de omgevingsfactoren bij elk cliëntsysteem in een toestand van balans of onbalans verkeert.
Dit kan betrekking hebben op:
de interne omgeving (internal environment)
de externe omgeving (external environment)
de gecreëerde omgeving (created environment)
Slide 7 - Slide
Gegevens ordenen
Slide 8 - Slide
Classificatiesystemen
Om een goed overzicht te kunnen houden over de verzamelde verpleegkundige gegevens, zijn in de loop der jaren een aantal ordeningssystemen ontwikkeld. Deze ordeningssystemen worden classificaties genoemd.
Een classificatie of ordeningsprincipe is een hulpmiddel bij het verzamelen en vastleggen van gegevens. Het geeft richting, structuur en betekenis aan het verzamelen, interpreteren en groeperen van gegevens. Een classificatie geeft ook structuur aan het verpleegplan.
Slide 9 - Slide
Welke classificatiesystemen zijn er?
Slide 10 - Mind map
Hoeveel patronen hanteert Gordon?
A
7
B
10
C
11
D
14
Slide 11 - Quiz
Functionele GezondheidsPatronen Gordon
deze patronen is als volgt te omschrijven: ieder mens ontwikkelt tijdens zijn leven een aantal (functionele) patronen die zijn welbevinden in stand houden en mogelijkheden bieden voor ontplooiing.
Een voorbeeld van een functioneel patroon is: sporten. Het is goed voor lichaam en geest en je kunt er sociale contacten bij leggen.
Als verpleegkundige moet je alert zijn op signalen die duiden op mogelijke disfunctionele gezondheidspatronen. Een voorbeeld van een disfunctioneel patroon is een gebrek aan lichaamsbeweging (bijvoorbeeld door vermoeidheid).
Slide 12 - Slide
NNN taxonomie
Veelgebruikte classificatiesystemen zijn:
NANDA-I: een classificatie voor verpleegkundige diagnoses
NIC: een classificatie voor verpleegkundige interventies
NOC: een classificatie voor verpleegkundige resultaten of zorgresultaten/uitkomsten van zorg
Deze systemen zijn afzonderlijk te gebruiken of te combineren met andere systemen. Ze worden vaak samen gebruikt en dan ook wel het NNN-systeem genoemd
Slide 13 - Slide
Omaha systeem
Veel gebruikt in maatschappelijke gezondheidszorg en thuiszorg
Omvat 42 aandachtsgebieden, die zijn verdeeld over vier domeinen:
psychosociaal,
omgeving,
gezondheidsgerelateerd gedrag
fysiologisch.
Elk domein heeft een unieke set signalen en symptomen die een tekort, stoornis of beperking op dat gebied definiëren.
Slide 14 - Slide
Nationale Kernset
In NL geen algemeen geaccepteerd classificatiesysteem, daardoor informatie moeilijk over te dragen ->
de Nationale Kernset Patiëntproblemen worden patiëntproblemen neutraal geformuleerd, zodat ze met of zonder een classificatiesysteem kunnen worden vastgelegd.
Slide 15 - Slide
Observeren
Zie Les observeren
Slide 16 - Slide
Anamnese gesprek
Slide 17 - Slide
Wat is een hetero-anamnese?
Slide 18 - Open question
Wat zijn de doelen van een anamnesegesprek?
Slide 19 - Open question
Doel van het anamnesegesprek:
verzamelen van gegevens
kennismaking
de eerste behoeften, wensen en gewoonten van de zorgvrager in kaart brengen
Slide 20 - Slide
Wat zijn de 4 fasen van een anamnesegesprek?
Slide 21 - Mind map
De vier fasen van een anamnesegesprek:
De voorbereiding
De inleiding
Het eigenlijke vraaggesprek
De afsluiting
Slide 22 - Slide
Praktische richtlijnen voor het voeren van een gesprek
Gebruik de juiste vraagtechniek.
Kies de goede woorden.
Houd rekening met het referentiekader.
Houd rekening met relationele factoren
Slide 23 - Slide
Noem aandachtspunten bij een anamnesegesprek van een allochtone zorgvrager.