G4 Ec - Herhalen H6,H7

Economie G4
Herhalen voor de toets
H6,H7
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie G4
Herhalen voor de toets
H6,H7

Slide 1 - Slide

Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen.Te laat? Haal een groene kaart.


Iedereen heeft materiaal mee, eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Verder heb je een rekenmachine, pen & papier mee (schrift voor dit vak 
of klapper met ringband papier). Wie schrijft die blijft? 
(niet in orde: 'boeken vergeten' in Magister.)

Telefoon is opgeborgen, mag in de 'telefoontas'. Zie ik je mobiel wel? 
Zonder mopperen oranje kaart halen, einde van de dag ophalen bij 
verzuimcoördinator. (Alles op je device mag, indien passend bij les)


Slide 2 - Slide

Leerdoelen, na vandaag

Weet je 'bijna' alles van lesbrief Levensloop en heb je de laatste vragen gesteld;

Weet je wat je nog wil doen om zelf voor te bereiden;

Weet je waarom het nuttig is om lesbrief Levensloop te kennen (praktische relevantie).

Morgen heb je mee: een rekenmachine (niet grafisch), een pen (voor kladpapier?), een werkende, opgeladen laptop (of iPad) waarop SEB ingestalleerd staat.
Spoorboekje


  • Voorspelbaar gedrag


  • Leerdoelen/spoorboekje
  • Digitale ellende met een oplossing
  • Wat hadden we gedaan
  • Meerkeuze uit H1-H7
  • Praktische relevantie: uit de krant?
  • Kiezen: werk je in Learnbeat, uit je lesbrief, doe je wat anders? 
  • Huiswerkcheck:  check ELO Agenda?






Slide 3 - Slide

Planning tot aan toets, levensloop
compleet (10-12-2019)


Vanaf start t/m week 39: H1 & H2
Week 40: H2 en H3 3.1 t/m 3.10
Week 41: H3 3.11 t/m 3.25
Week 42: H4 4.1 t/m 4.12
Week 44: H4 4.13 t/m 4.27
Week 45: H5 5.1 t/m 5.15
Week 46: H5: 5.16 t/m 5.17 + H6 6.1 t/m 6.12
Week 47: CGU-week 2 (ruimte om in te halen?)
Week 48: H7 7.1 t/m 7.12
Week 49: Herhalen Levensloop (ma H1/2, vrij 3 4/5)
Week 50: Toets (ma h6/h7 & oefenen) en  starten vrijdag v&a)

Slide 4 - Slide



Digitale ellende met een oplossing?


Slide 5 - Slide



Digitale ellende met een oplossing?


Wat je wel kan doen, in de tussentijd als je wat wil oefenen/leren. Op www.lweo.nl kun je ook wat dingen vinden van Levensloop: https://lweo.nl/leerling-2/456vwo/levensloop daarnaast heb je natuurlijk ook alle zelftesten, die je kan benaderen via Learnbeat (inloggen.learnbeat.nl). Daar kan je rechtstreeks inloggen. 

Op it's learning 4 economie onder bronnen tref je ook twee bestanden van Levensloop aan (zie vorige slide)


Slide 6 - Slide

(H1) Een voorbeeld van een investering is
A
Het personeel van een winkel koopt daar boodschappen
B
Een supermarkt koopt een nieuwe koeling
C
De baas van een bouwbedrijf koopt aandelen
D
Een bouwbedrijf verkoopt afgeschreven vrachtwagens

Slide 7 - Quiz

(H1) Een voorbeeld van een investering is
Een supermarkt koopt een nieuwe koeling. Dit is een aanschaf van een bedrijf om te kunnen verkopen / produceren is.

Slide 8 - Slide

(H2) Isis verdient twee keer zoveel als Wim.
(verdienen en krijgen is wat anders maar nu gelijk ;-))

Beiden krijgen een loonsverhoging van € 200.
Door deze loonsverhoging is er sprake van
A
Inkomensherverdeling
B
Inkomensdenivellering
C
Inkomensnivellering
D
Intertemporele ruil

Slide 9 - Quiz

(H2) Isis verdient twee keer zoveel als Wim. Beiden krijgen een loonsverhoging van € 200.
Door deze loonsverhoging is er sprake van


Inkomensnivellering: doordat Wim net zo veel loonsverhoging krijgt in euro's als Isis, zal voor Wim het inkomen procentueel sterker stijgen dan voor Isis en worden de relatieven inkomensverschillen dus kleiner (=nivellering)

Slide 10 - Slide

(H3) Asymmetrische informatie houdt in dat bijvoorbeeld koper en verkoper niet over dezelfde informatie beschikken.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 11 - Quiz

Asymmetrische informatie houdt in dat bijvoorbeeld koper en verkoper niet over dezelfde informatie beschikken.
Juist, omdat koper en verkoper beschikken over verschillende informatie van het product.

Slide 12 - Slide

(H3/4) I. In Nederland ligt het risico dat door waardedaling van een woning een hypothecaire lening hoger is dan de verkoopwaarde van de woning volledig bij de bank die de lening heeft verstrekt.

II. De aftrekbaarheid van de hypotheekrente stimuleert huizenbezitters tot het aflossen van hun hypotheek.
A
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist

Slide 13 - Quiz

I. In Nederland ligt het risico dat door waardedaling van een woning een hypothecaire lening hoger is dan de verkoopwaarde van de woning volledig bij de bank die de lening heeft verstrekt.

II. De aftrekbaarheid van de hypotheekrente stimuleert huizenbezitters tot het aflossen van hun hypotheek.


Uitspraak I is onjuist, omdat de klant die het geld geleend heeft, zelf verantwoordelijk blijft voor een eventuele restschuld die ontstaat na verkoop van de woning. (eventueel wel NHG dekking bij ter goeder trouw)

Uitspraak II is onjuist, omdat door aflossingen de schuld daalt, waardoor ook het te betalen rentebedrag daalt en er dus minder geprofiteerd kan worden van de renteaftrek. 

Slide 14 - Slide

Twee uitspraken:

I. Een welvaartsvast pensioen houdt in dat de koopkracht is gegarandeerd.
II. Als het minimumloon stijgt, stijgt ook het sociaal minimum.
A
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist

Slide 15 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Een welvaartsvast pensioen houdt in dat de koopkracht is gegarandeerd.
II. Als het minimumloon stijgt, stijgt ook het sociaal minimum.


Uitspraak I is onjuist, omdat bij een welvaartsvast pensioen de uitkering mee stijgt met de (cao-)lonen en de lonen kunnen minder stijgen dan de prijzen.

Uitspraak II is juist, omdat het sociaal minimum een bepaald percentage (70%) van het minimumloon bedraagt.

Slide 16 - Slide

(H6/H7) Twee uitspraken:
I. Een welvaartsvast pensioen houdt in dat de koopkracht is gegarandeerd.
II. Als het minimumloon stijgt, stijgt ook het sociaal minimum.
A
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist

Slide 17 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Een welvaartsvast pensioen houdt in dat de koopkracht is gegarandeerd.
II. Als het minimumloon stijgt, stijgt ook het sociaal minimum.


Uitspraak I is onjuist, omdat bij een welvaartsvast pensioen de uitkering mee stijgt met de lonen en de lonen kunnen minder stijgen dan de prijzen.

Uitspraak II is juist, omdat het sociaal minimum een bepaald percentage (70%) van het minimumloon bedraagt.

Slide 18 - Slide

(H6/H7) Twee uitspraken:

I. Een toename van de groene druk bevordert een duurzame ontwikkeling van de economie.
II. Een toename van de levensverwachting heeft bij een kapitaaldekkingsstelsel geen invloed op de hoogte van de pensioenpremie.
A
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist

Slide 19 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Een toename van de groene druk bevordert een duurzame ontwikkeling van de economie.
II. Een toename van de levensverwachting heeft bij een kapitaaldekkingsstelsel geen invloed op de hoogte van de pensioenpremie.



Uitspraak I is onjuist, omdat de hoogte van de groene druk geen directe relatie heeft met de duurzame ontwikkeling van de economie.

Uitspraak II is onjuist, omdat een toename van de levensverwachting betekent dat mensen langer pensioen uitgekeerd moeten krijgen en dus ook via hogere premies een hoger kapitaal moeten inleggen.

Slide 20 - Slide

Wie gaat wat voor ons lezen?
Had je dit kunnen lezen zonder lesbrief Levensloop te bestuderen?

Alleen een flinke ramp kan ongelijkheid verkleinen

20191208_FD_Gelijkheid (levensloop leesvoer).pdf

Wie moet? Of wie heeft zin? Downloaden op ELO onder
bronnen / artikelen /

Slide 21 - Slide

Op welke online platformen kan je bij de lesstof?
A
ELO it's Learning 'lokaal G4 Economie' bij bronnen
B
Learnbeat (zelftesten)
C
LWEO Plus (via methodes it's Learning)
D
LessonUp (gedeeld met klas) & www.lweo.nl

Slide 22 - Quiz

Benut je tijd zelf voor Eco!
Opdrachten:



Vergeet niet om ook na te kijken!

Economie is geen exacte wetenschap; soms kun je behoorlijk discussiëren met het antwoordmodel! Is je antwoord fout maar denk je dat het toch goed is? Check het even bij mij!
timer
6:45

Slide 23 - Slide


Wat heb je gedaan?
A
Samenvatting gemaakt
B
Zelftesten in LB
C
Opgaven afgemaakt
D
Wat anders

Slide 24 - Quiz

Leerdoelen: check?
Leerdoelen

Weet je 'bijna' alles van lesbrief Levensloop en heb je de laatste vragen gesteld;

Weet je wat je nog wil doen om zelf voor te bereiden;

Weet je waarom het nuttig is om lesbrief Levensloop te kennen (praktische relevantie).

Morgen heb je mee: een rekenmachine (niet grafisch), een pen (voor kladpapier?), een werkende, opgeladen laptop (of iPad) waarop SEB ingestalleerd staat 
Veel succes, ik heb vertrouwen in jullie :-)

Slide 25 - Slide

LWEO Levensloop

Slide 26 - Slide