This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je weet:
Welke emancipatiebewegingen er waren en wat zij wilden bereiken
welke rol de school-en kiesrechtstrijd spelen in de emancipatie van vrouwen, gelovigen en arbeiders
Slide 2 - Slide
programma
bespreken antwoord examenvraag en schema voortschrijdende democratisering
start uitleg de opkomst van emancipatiebewegingen
vragen stellen
afronden
huiswerk
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat zijn voorbeelden van emancipatiebewegingen?
Slide 7 - Mind map
Emancipatiebewegingen
Wanneer? Start in de 19e eeuw.
Waardoor? Onder invloed van de industriele revolutie en de toenemende democratisering.
Wie? Confessionelen (confessie=geloof) socialisten en feministen
Wat? Gelijke rechten voor hun groep
= emancipatiebewegingen
Slide 8 - Slide
Doelen van de bewegingen:
1. Feministen/vrouwen streden voor kiesrecht en recht op studie. Het waren vooral vrouwen uit de hoge burgerij. Voorbeeld Alette Jacobs (NL) en Emmeline Pankhurst (EN)
2. Arbeiders streden voor kiesrecht/sociale wetgeving zoals minimumlonen,
8-urige werkdag, ouderdomsverzekering. Voorbeeld Pieter Jelles Troelstra en Ferdinand Domela Nieuwenhuis
3. Confessionelen streden voor de financiële gelijkberechtiging van het openbaar en bijzonder onderwijs. Met name katholieken voelden zich achtergesteld in Duitsland en Nederland onder invloed van de Reformatie en kregen pas in 1848 volledige godsdienstvrijheid. Voorbeelden Abraham Kuyper (leider van de ARP)
Slide 9 - Slide
gevolgen
Onder invloed van deze eerste feministische golf werd de positie van vrouwen in veel westerse landen verbeterd. Er kwam kiesrecht na de Eerste wereldoorlog in Duitsland, Engeland en Nederland en steeds meer meisjes konden gaan studeren. Ondanks deze verbeteringen bleef de achterstelling bestaan. Een tweede feministische golf was dan ook nodig in de jaren '60 om de achterstelling op financieel gebied en op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Katholieken en protestanten wonnen de schoolstrijd en bijzonder onderwijs werd nu ook betaald door de overheid.
Voor de socialisten was algemeen mannenkiesrecht in 1917 een feit in Nederland en nu konden ook arbeiders stemmen waardoor langs parlementaire weg verbeteringen in de werkomstandigheden konden worden gedaan.
Slide 10 - Slide
Een ander gevolg
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Waarom worden confessionalisme, socialisme en feminisme 'emancipatiebewegingen' genoemd?
Slide 13 - Open question
Tussen de Industriële Revolutie en de opkomst van verschillende emancipatiebewegingen in de negentiende eeuw bestaat een oorzakelijk verband. Leg dit verband uit met een voorbeeld van een emancipatiebeweging uit de negentiende eeuw.