Intro / grammar (20-09)

Today:
1. Verwachtingen
2. Grammar herhaling






Goals (aan het einde van de les...) :
-  Heb je aangegeven waar je behoefte aan hebt.
- Heb je kunnen oefenen met de grammatica van unit 1.

1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Today:
1. Verwachtingen
2. Grammar herhaling






Goals (aan het einde van de les...) :
-  Heb je aangegeven waar je behoefte aan hebt.
- Heb je kunnen oefenen met de grammatica van unit 1.

Slide 1 - Slide

1. Verwachtingen
- Engels schrift, pen, laptop, planagenda iedere les mee
- Eén iemand tegelijk aan het woord (denk aan je vinger)
- Respect voor elkaar(s spullen)
- Algemene schoolregels
- Toon inzet
Please raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 2 - Slide

1. Verwachtingen
Waar heb je behoefte aan de aankomende weken? 
Wat vind je lastig?
Waar wil je meer mee oefenen?

Dit helpt mij bij de voorbereidingen voor de lessen... :)
Please raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 3 - Slide

2. Grammar
Raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 4 - Slide

Wat betekent meervoud?

Slide 5 - Open question

Wat is de standaard regel om meervoud in het Engels te maken?
+...

Slide 6 - Open question

Meervoud (blz 39 / 40)
Please raise your hand if you want to say / ask something. 
Standaard regel: +s

Let op! Eindigt het woord op...
Sis klank (kiss, bus)                                + es kisses
medekl. + O (potato)                             + es potatoes
Y                                                                 y = i +es cities
F / Fe                                                         f = ves wolves


Slide 7 - Slide

Wat is de meervoudsvorm van 'knife'?
A
knifes
B
knives
C
knife
D
knive

Slide 8 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van 'baby'?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babie's

Slide 9 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van 'bus'?

Slide 10 - Open question

Wat is de meervoudsvorm van 'computer'?

Slide 11 - Open question

Persoonlijke
voornaamwoorden

Slide 12 - Mind map

Persoonlijke voornaamwoorden
Please raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 13 - Slide

Vul het juiste woord in:
... (wij) love baking.

Slide 14 - Open question

Vul het juiste woord in:
Jessie misses ... (hem) a lot.

Slide 15 - Open question

Vul het juiste woord in:
... (zij) both look like ... (ons)

Slide 16 - Open question

Bezittelijke
voornaamwoorden

Slide 17 - Mind map

Bezittelijke voornaamwoorden
Please raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 18 - Slide

Don't touch that! That is ... food.
A
my
B
mine
C
I
D
me

Slide 19 - Quiz

That cat is ...
A
they
B
them
C
their
D
theirs

Slide 20 - Quiz

I
you
he
she
it
we
they
my
your
his
her
its
our
their

Slide 21 - Slide

Wederkerende voornaamwoorden (enkelvoud)
I
you
he
she
it
myself
itself
yourself
himself
herself

Slide 22 - Drag question

Wederkerende voornaamwoorden (meervoud)
we
you
they
themselves
ourselves
yourselves

Slide 23 - Drag question

Present simple
Wanneer gebruiken we de present simple?
Raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 24 - Slide

Present simple
Wanneer gebruiken we de present simple?

Wanneer iets altijd, vaak of nooit gebeurt. 
Raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 25 - Slide

Present simple
Wanneer je het over gewoonten, feiten of dingen die regelmatig gebeuren hebt, dan gebruik je de present simple. 
Signaalwoorden: always, never, often, on Sundays

live in Nijmegen. (feit)
Noah always bites his nails. (gewoonte)
These kids often play with each other. (regelmatigheid)
Please raise your hand if you want to say / ask something. 

Slide 26 - Slide

Present simple
Bij he / she / it voeg je een +s achter het hele werkwoord (SHIT-regel).
She always plays with my little brother. (to play)


Please raise your hand if you want to say / ask something. 
I
You
He / she / it
We
You
They
like
like
likes
like
like
like

Slide 27 - Slide

Present simple
N                                                     Naast bevestigende zinnen zijn er nog twee soorten... Welke zijn dat?
Please raise your hand if you want to say / ask something. 
Bevestigende zinnen
Ow + hele ww

I like
You like
He / she / it likes
We like
You like
They like

Slide 28 - Slide

Present simple
N                                                     
Please raise your hand if you want to say / ask something. 
Bevestigende zinnen
Ow + hele ww


I like
You like
He / she / it likes
We like
You like
They like
Ontkennende zinnen
Ow + don't / doesn't + hele ww

I don't like
You don't like
He / she / it doesn't like
We don't like
You don't like
They don't like

Slide 29 - Slide

Present simple
N                                                     
Please raise your hand if you want to say / ask something. 
Bevestigende zinnen
Ow + hele ww


I like
You like
He / she / it likes
We like
You like
They like
Ontkennende zinnen
Ow + don't / doesn't + hele ww

I don't like
You don't like
He / she / it doesn't like
We don't like
You don't like
They don't like
Vragende zinnen
Do / does + ow + hele ww?

Do I like?
Do you like
Does he / she / it like?
Do we like?
Do you like?
Do they like?

Slide 30 - Slide

Maak een bevestigende (+) zin in de present simple:

I - walk my dog


Slide 31 - Open question

Maak een bevestigende (+) zin in de present simple:

he - eat breakfast

Slide 32 - Open question

Maak een ontkennende (-) zin in de present simple:

she - make her bed

Slide 33 - Open question

Maak een vraag (?) zin in de present simple:

they - play games

Slide 34 - Open question