laatste les

Welke zijde moet je hier berekenen?
A
De langste zijde
B
Een rechthoekszijde
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Welke zijde moet je hier berekenen?
A
De langste zijde
B
Een rechthoekszijde

Slide 1 - Quiz

In welke driehoek kun je de stelling van Pythagoras gebruiken?
A
In elke driehoek
B
In een gelijkbenige driehoek
C
In een rechthoekige driehoek
D
In een gelijkzijdige driehoek

Slide 2 - Quiz

Wat is hier de langste zijde?
A
HI
B
GI
C
IG
D
GH

Slide 3 - Quiz

Hoe ziet in de stelling van Pythagoras eruit bij deze driehoek?
A
KL2+KM2=LM2
B
LM2+KM2=KL2
C
LM2+KL2=KM2

Slide 4 - Quiz

Wanneer ik in het schema van kwadraat naar zijde wil, wat moet ik dan met het getal doen?
A
Kwadrateren
B
De wortel nemen
C
Bij elkaar optellen
D
Van elkaar aftrekken

Slide 5 - Quiz

Wat moet er staan bij het rode pijltje?
A
40
B
58
C
7
D
3

Slide 6 - Quiz

Wat is de waarde van de
langste zijde in
deze afbeelding?
A
11
B
14
C
12
D
10

Slide 7 - Quiz

Hoort bij deze tabel een lineair verband? Leg uit.

Slide 8 - Open question

geeft het startgetal van het lineaire verband

Slide 9 - Open question

geef het hellingsgetal van dit lineaire verband

Slide 10 - Open question

Welke formule hoort bij dit
lineair verband?

Slide 11 - Open question

Is deze tabel een kwadratisch verband?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Welke van de formules hieronder horen bij een kwadratische verband?

y1=3x24
y2=x+52
A
Y1: Ja Y2: Ja
B
Y1: Nee Y2: Ja
C
Y1: Ja Y2: Nee
D
Y1: Nee Y2: Nee

Slide 13 - Quiz

Welke formule is géén wortelformule?


y=x+1
y=4+x
y=k
A
1
B
2
C
3
D
Allemaal wel

Slide 14 - Quiz

Geef de kleinste waarde voor x
y=x+6

Slide 15 - Open question

Geef de kleinste waarde voor x
y=2x9
y=x

Slide 16 - Open question

Hoe lang is 1 periode?
A
160 mm
B
1 seconde
C
2 seconden
D
90 mm

Slide 17 - Quiz

Hoeveel is het maximum?

Slide 18 - Open question

Hoeveel is het minimum?

Slide 19 - Open question

Bereken y als x = -5
y=4x23

Slide 20 - Open question


Welke omgekeerde pijlenketting
hoort bij de pijlenketting?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz


Wat is het antwoord van 
deze vergelijking? Maak zelf een omgekeerde pijlenketting!
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 22 - Quiz

Los de vergelijking 8a + 4 = 5a + 16 op. Geef je antwoord zo: a=...

Slide 23 - Open question

8a + 4 = 5a + 16
       –4            –4
(stap 1:links de cijfers weg)
8a        = 5a + 12
–5a        –5a
(stap 2: rechts de letter weg)
3a                 = 12
:3                      :3  
(stap3: delen door het getal voor de letter)
a = 4 (het antwoord )
Zo pak je de vorige som aan:


Slide 24 - Slide