Oefenvragen De Opstand

Groter verband
De eerste drie slides zijn bedoeld om de onderwerpen van Hoofdstuk 1 - Reformatie en Opstand -  in een groter verband (context) te plaatsen. Dit hoef je niet te leren voor het proefwerk. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Groter verband
De eerste drie slides zijn bedoeld om de onderwerpen van Hoofdstuk 1 - Reformatie en Opstand -  in een groter verband (context) te plaatsen. Dit hoef je niet te leren voor het proefwerk. 

Slide 1 - Slide

Wat was de Renaissance?
1. De herontdekking van de cultuur van de klassieke oudheid.
2.Een culturele beweging die zich vanuit Italië verspreidde over Europa in de 14e en 15e eeuw.
3.Een beweging waarbij mensen leerden om zelfstandig en kritisch na te denken over zichzelf en het leven

Slide 2 - Slide

Wat is het verband tussen de Renaissance en de Reformatie?
De Renaissance was een beweging waarbij het kritisch en zelfstandig nadenken werd aangewakkerd. Dit zorgde ervoor dat mensen durfden om kritiek op de kerk te uiten.

Slide 3 - Slide

Wat is het humanisme?
Het humanisme is een filosofie die ontstond in de Renaissance die stelt de mens voorop en de waarde van mensen. Vrijheid en rechtvaardigheid zijn belangrijke waarden in het humanisme.

Erasmus was een van de bekendste humanisten. 

Slide 4 - Slide

Noem drie punten van kritiek die Luther had op de katholieke kerk.

Slide 5 - Open question

Was het de bedoeling van Luther om een nieuw geloof op te richten? Leg je antwoord uit!

Slide 6 - Open question

Filips II ging zijn rijk 'centraal besturen'. Leg uit wat dit inhield.

Slide 7 - Open question

De centralisatie in de Nederlanden:
A
vergrootte de macht van de adel
B
vergrootte de macht van de Spaanse koning
C
vergrootte de macht van de steden
D
vergrootte de macht van de burgers

Slide 8 - Quiz

Voor de Opstand werd een stadhouder
A
benoemd door een stad
B
benoemd door een gewest
C
benoemd door Willem van Oranje
D
benoemd door de Spaanse koning

Slide 9 - Quiz

Wat is een ketter?
A
iemand die belangrijke onderdelen van de leer van de kerk afwijst
B
iemand die gelooft in natuurgodsdiensten
C
iemand die kritiek heeft op de protestante leer
D
iemand die niet gelooft in een God

Slide 10 - Quiz

De juiste volgorde van gebeurtenissen is
A
Smeekschrift, Alva komt, beeldenstorm, hagenpreken
B
Smeekschrift, hagenpreken, beeldenstorm, Alva komt
C
Beeldenstorm, Smeekschrift, Alva komt ,hagenpreken
D
Alva komt, Beeldenstorm, Smeekschrift, hagenpreken

Slide 11 - Quiz

Willem van Oranje leidde de opstand omdat (2x)
A
hij Spanje wilde veroveren
B
hij de vervolgingen van de ketters te streng vond
C
hij tegen de centralisatie van het bestuur was
D
hij van de Nederlanden een grote Republiek wilde maken

Slide 12 - Quiz

Na 1588 wonnen de opstandelingen aan kracht. Waarom?
A
Spanje voerde teveel oorlogen tegelijk
B
Sterke bondgenoten
C
Het leger werd sterker en beter georganiseerd
D
Groei van handel en nijverheid

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de gebeurtenissen tijdens de Opstand?
Van eerder naar later. 
Acte van Verlatinghe wordt opgetekent door de Noordelijke Nederlanden
Filips stuurt Alva naar de Nederlanden
Den Briel wordt veroverd door de opstandelingen
Unie van Utrecht wordt opgericht
Willem van Oranje wordt vermoord in Delft

Slide 14 - Drag question

In 1588 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen.
Wat was de reden waarom de Nederlanden geen koninkrijk maar een republiek werden?

Slide 15 - Open question

De Nederlanden werden vanaf 1588 de
( 1 ), een land zonder  ( 2 ) . Elk gewest werd door de  (3 ) bestuurd. Beslissingen over oorlog en vrede namen de gewesten in de 
( 4 )
. Maurits van Oranje werd door de gewesten aangewezen als ( 5 ) en de Republiek werd een (6) land. 
Sleep het juiste begrip naar het juiste nummer. Let op: er blijven 2 begrippen over.
1
3
2
4
6
5
Protestants
Gewestelijke-Staten
Staten-generaal
Stadhouder
Republiek der zeven verenigde nederlanden
Katholiek
Koning
President

Slide 16 - Drag question