Toets Taalverzorging H3 en H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.

1. Marina
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Molhoek legt het onderwerp uit.

1. Mevrouw Molhoek
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

Wat is het onderwerp?

Gaat Bart deze bloemen aan oma geven?

1. oma
2. Bart
3. bloemen
4. geven

Wat is het onderwerp?

Als onderwerp kozen ze pooldieren.

1. Onderwerp
2. Pooldieren
3. Kozen
4. Ze

Wat is de juiste vraag om het onderwerp van een zin te vinden?

Vul aan: Wie of wat + …?

1. ik-vorm
2. persoonsvorm
3. werkwoord
4. lidwoord

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?

1. bakje, thee, weekend
2. danst, oversteken, veegt
3. de, een, het

Meer antwoorden mogelijk!!

1. zin A
2. zin B
3. zin C
4. zin D

Is deze bewering waar of niet waar?


Als 'jij' achter de pv staat, schrijf je de ik-vorm.

1. waar
2. niet waar

Is deze bewering waar of niet waar?

Als in een werkwoord geen -d voorkomt, schrijf je -dt.

1. waar
2. niet waar

Staat de pv in het enkelvoud, dan krijg je altijd een -t achter de ik-vorm.

1. waar
2. niet waar

Vul aan: Het gezegde ...

1. legt uit hoe de zin verdeeld is in zinsdelen.
2. zegt wat er in de zin gebeurt.
3. zegt wat er in de zin staat.
4. zegt wie er in de zin wat doet

Is deze bewering waar of niet waar?

1. waar
2. niet waar

Is deze bewering waar of niet waar?


Je schrijft ’en als je het meervoud verkeerd uitspreekt.

1. waar
2. niet waar

Is deze bewering waar of niet waar?

Je schrijft ’s als je het meervoud verkeerd uitspreekt.

1. waar
2. niet waar

Is deze bewering waar of niet waar?

Soms moet je de vorm veranderen van het woord als je een meervoud maakt.

1. waar
2. niet waar

Wat is het meervoud van dit woord

horloge

1. horloge's
2. horloges
3. horlooges

Wat is het meervoud van dit woord

lama

1. lamaas
2. lamas
3. lama’s

Wat is het meervoud van dit woord

kies

1. kiesen
2. kiezen
3. kiessen

Wat is de juiste vorm van het vd?

Ik heb met mijn moeder bij Ikea […].

1. geluncht
2. gelunchd
3. gelunchdt

Wat is de juiste vorm van het vd?

Met basketbal heeft Jens meer dan veertig punten […....].

1. gescoord
2. gescoort
3. gescoordt

Het gezegde bestaat uit

1. persoonsvorm en onderwerp
2. alle werkwoorden uit een zin
3. onderwerp en alle werkwoorden in een zin

Een [.......] is een woord voor een mens, dier, plant of ding.

1. werkwoord
2. lidwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voltooid deelwoord

Is deze zin goed gespeld?


Het doel op het speelveld was door de harde wind omgewaait.

1. Ja, deze zin is goed gespeld
2. Nee, deze zin is niet goed gespeld

Is deze zin goed gespeld?


Waarom heb je die borden zo verschrikkelijk hoog opgestapeld?

1. Ja, deze zin is goed gespeld
2. Nee, deze zin is niet goed gespeld

Waar of niet waar?


Een naam is ook een zelfstandig naamwoord

1. waar
2. niet waar

Een voltooid deelwoord begint ALTIJD met ge-.

1. waar
2. niet waar

(verhuizen)
Wat is het voltooid deelwoord?

1. verhuist
2. verhuisd

Wat is het voltooid deelwoord van:

begraven

1. begraaft
2. begraafd
3. begraven
4. gebegraafd

Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?

Het vliegtuig (landen) op Sardinië.

1. lant
2. landde
3. land
4. landt

Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?

Mijn oma (verhuizen) naar een bejaardenhuis.

1. verhuisd
2. verhuizen
3. verhuist
4. verhuiz

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Als u met u creditcard betaal.., moet u dit wel melden.

1. Betaald
2. Betaaldt
3. Betaalt
4. Betaal

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:


Emma (verzenden) een e-mail

1. verzend
2. verzendt
3. verzent
4. verzentd

Hoe herken je een zelfstandig naamwoord?

1. het is een doe-woord
2. je kunt het verkleinen of meervoud van maken.
3. het zegt iets over het lidwoord
4. het is altijd met een hoofdletter

Wat is een
zelfstandig naamwoord?

1. met
2. de
3. voorlichtingsavond
4. meedoen

Is het woord een zelfstandig naamwoord?

snelheid

1. ja
2. nee

Is het woord een zelfstandig naamwoord?

Madelon

1. ja
2. nee

Er zijn drie lidwoorden.

1. ja
2. nee

Verkleinwoorden hebben altijd 'het' als lidwoord

1. waar
2. niet waar

Welke meervoudsregel hoort erbij?

alinea

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s

Welke meervoudsregel hoort erbij?

reparatie

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s

Welke meervoudsregel hoort erbij?

alinea

1. meervoud op -en
2. meervoud op -s
3. meervoud op -'s
4. geen meervoud