21.5 Lichaamsvreemde eiwitten wel/ niet accepteren 6V 2122
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Actieve en passieve immunisatie
Als je door een vaccinatie immuun wordt, spreek je van actieve immunisatie. Je lichaam maakt hierbij zelf de antistoffen aan.
Soms krijg je antistoffen toegediend, dan spreek je van passieve immunisatie.
Slide 3 - Slide
Kunstmatige of natuurlijke immunisatie?
Bij een kunstmatige immunisatie krijg je een vaccinatie ( verzwakte of dode ziekteverwekkers) of injectie ( met antistoffen)
Bij een natuurlijke immunisatie raak je geinfecteerd door een ziekteverwekker.
Slide 4 - Slide
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
21.5 Lichaamsvreemden eiwitten wel/ niet accepteren
Slide 5 - Slide
Bloedgroepen
De antigenen kunnen bijvoorbeeld glycoproteïnen (suiker-eiwitcombinatie) of glycolipiden (suiker-vetcombinatie) zijn.
De antigenen op rode bloedcellen bepalen je bloedgroep.
Slide 6 - Slide
Bloedgroepen
Slide 7 - Slide
Bloedgroepen
Slide 8 - Slide
Bloedtransfusie
Krijg je bloedcellen met een antigeen waarvoor je zelf antistoffen aanmaakt dan gaat je bloed klonteren.
Bij een bloedtransfusie wordt eerst de bloedgroep van de ontvanger getest met een kruisproef.
Slide 9 - Slide
Kruisproef
? ? ? ?
Slide 10 - Slide
Kruisproef
C antiA antiB antiA en B
Slide 11 - Slide
Bloedtransfusie
Slide 12 - Slide
Resusfactor
Ongeveer 85% van de mensen heeft antigeen D op de rode bloedcellen: de resusfactor.
Als je deze resusfactor niet hebt en bloedcellen in je bloed krijgt mét die factor (antigeen) dan ontwikkel je antistoffen.
-> bloedtransfusie
-> zwangerschap
Slide 13 - Slide
Resusbaby
Slide 14 - Slide
Resusbaby
Tweede baby met resuspositief bloed loopt gevaar tijdens de zwangerschap!
Resusantagonisme: de moeder maakt antistoffen tegen het bloed van het embryo.
Slide 15 - Slide
Immunotherapie tegen kanker
Relatief nieuwe therapie.
Tumorcellen worden opgekweekt en samengebracht lymfocyten. Lymfocyten die reageren op (actief worden bij) het contact met antigenen op de tumorcellen (op het MHC-I eiwit) worden geïsoleerd en vermeerderd.
Wanneer deze cellen bij de patient worden ingespoten herkennen en doden ze tumorcellen.