Verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Verwijswoorden

gemaakt door: 

Nikki, Tessa, Ezra, Jason, Yassin en Syl

Wat zijn verwijswoorden?

Verwijswoorden verwijzen naar iets.

Verwijswoorden zijn woordsoorten: bijvoorbeeld aanwijzend voornaamwoord, persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden.

Er zijn veel verwijswoorden.

Als aanwijzend voornaamwoord

Staat voor het zelfstandig naamwoord

DEZE trui

DAT jurkje

DIE jongen

De-woorden (de jongen) : deze / die

Het -woorden (het meisjes): dit/ dat

Als bezittelijk voornaamwoord 

mijn (telefoon)

jouw (trui)

uw (bril)

Als persoonlijk voornaamwoord 

(Je kan ze vervangen door een persoon of door een naam.)

Mij:     Ga je met mij mee?

Me:    Hij vroeg me om advies.

Jou:   Abel gaf jou een cadeautje.   

JE:      Wil je die schoenen opruimen? 

De koekjes liggen nog op deze/dit tafel.

1. deze
2. dit

Mijn/me oma is heel lief.

1. mijn
2. me

Ik geef een feestje voor Emma.

1. ik
2. Emma

Geef een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord.

1. mijn
2. zij
3. zijn
4. uw

Een "de-woord" (de hond) heeft als verwijswoord:

1. dit
2. dat
3. deze

Een "het-woord" (het paard) heeft als verwijswoord:

1. die
2. dat
3. deze
4. dit

Wat weten jullie nu van verwijswoorden?

Wat vond je van deze les?

Einde uitleg

Ga verder met  jullie opdrachten.