Thema 1; paragraaf 1.3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Basisstof 3: Ontwikkeling

Herhaling

Wat voor een soort tekening is de vlinder hiernaast?

1. Schematische tekening
2. Natuurgetrouwe tekening

Wat voor tekening zie je hier?

1. Natuurgetrouwe lengtedoorsnede
2. Natuurgetrouwe dwarsdoorsnede
3. Schematische lengtedoorsnede
4. Schematische dwarsdoorsnede

1. Buitenaanzicht
2. Lengtedoorsnede
3. Dwarsdoorsnede

1. Buitenaanzicht
2. Lengtedoorsnede
3. Dwarsdoorsnede

1. Buitenaanzicht
2. Dwarsdoorsnede
3. Lengtedoorsnede

               Lesdoelen

       Na deze les:

1. Ken ik de onderdelen van en bruine boon;
2. Kan ik één van de functies van de onderdelen van een bruine boon benoemen;
   
3. Weet ik wat een loep is.

Een loep

Een loep (vergrootglas) vergroot objecten.

Houd hem dicht bij je oog en breng het object langzaam dichterbij tot deze scherp is.

De onderdelen van

een bruine boon

Navel

Met de navel heeft de bruine boon vastgezeten aan de moederplant.

Hartvormig bultje

Het hartvormige bultje heeft de vorm van een hartje.

Zaadhuid

De zaadhuid beschermt het zaad. Het is een vliesje.

Kiem

Het worteltje en blaadje aan de binnenkant van de bruine boon noemen we de kiem.

Hieruit groeit een nieuw plantje.

Zaadlobben

Hier zit reservevoedsel in. 

Tijdens het groeien gebruikt de boon dit reserve voedsel.

Ontwikkeling tomatenplant

Groei van een plant

Zaad (bijv een bruine boon->bruine boon plant)

Wat is een loep?

1. Een microscoop
2. Een vergrootglas
3. Een verrekijker
4. Een verkleinglas

Een bruine boon is...

1. Levend
2. Dood
3. Levenloos

Door welk onderdeel neemt een bruine boon water op?

1. Poortje
2. Navel
3. Hartvormig bultje
4. Zaadhuid

Een opening in de zaadhuid van de bruine boon noemen we een

1. Gat
2. Raam
3. Poortje
4. Deur

De kiem is het begin van een nieuwe boonplant

1. Juist
2. Onjuist

De zaadhuid van de bruine boon is het vlies dat om het zaad zit. De zaadhuid beschermt het zaad.

1. Goed
2. Fout

               Lesdoelen

       Na deze les:

1. Ken ik de onderdelen van en bruine boon;
2. Kan ik één van de functies van de onderdelen van een bruine boon benoemen;
   
3. Weet ik wat een loep is.