Week 1: Les 2.3: Writing H3 + Grammar Present simple & Past simple

KD ENG BBL Lesson 9
  • Brieven huiswerk
  • Writing: H3 Reporting
  • Grammar: Present simple
  • Grammar: Past simple
  • Opdrachten in NU Engels

1 / 28
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KD ENG BBL Lesson 9
  • Brieven huiswerk
  • Writing: H3 Reporting
  • Grammar: Present simple
  • Grammar: Past simple
  • Opdrachten in NU Engels

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Brieven les 8
Wat vonden jullie van deze opdracht?
Waar liep je tegenaan?
Wil iemand de brief delen?
Wissel je brief uit met een klasgenoot!
Geef een tip en top.

Wil je meer feedback? > mail naar mij!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Writing: H3 Reporting
A1 Descriptions

Algemene informatie H3:
  • Waar moet je op letten bij het maken van een ''report''
A1 Descriptions:
  • Handige zinnen om jezelf te omschrijven.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten reporting
  • Language: Gebruik heldere taal maak het niet te moeilijk
  • Target: Bepaal je doelgroep, stem je toon en stijl daarop af. 
  • Plan: Plan je verhaal. Wat is het doel, wat ga je vertellen en in welke volgorde?
  • Structure: Logisch + duidelijke opbouw.
  • Check: Lees je tekst goed na. Is hij duidelijk? Gebruik ook de spelling- en grammaticacontrole op je computer.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Grammar: Present simple
Tegenwoordige tijd
Je gebruikt de present simple voor:
  • feiten
  • gewoonten
  • dingen die regelmatig gebeuren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de present simple?
  • Je gebruikt het hele werkwoord (zonder to).
  • Bij he, she, it komt er een -s of -es achter het werkwoord.

Voorbeelden:
I work in The City.
He talks a lot about basketball.
Mark lives in Spain.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de present simple?
  • Als het werkwoord eindigt op een medeklinker + -y dan vervang je na he, she en it de -y door -ies. (to carry) He carries the groceries to the car.
  • Maar wanneer er een klinker (a, e, i, o en u) voor de -y staat, gebruik je alleen een -s bij he, she en it. (to buy) Jeff buys the same shoes every year.
  • Eindigt het werkwoord op een sisklank, dan zet je -es achter het werkwoord bij he, she en it. (to watch) Jane watches the seven o’clock news.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Woorden
Als een van de volgende woorden in de zin staat, gebruik je vrijwel altijd de present simple:
always (altijd), often (vaak), never (nooit), sometimes (soms), usually (gewoonlijk), frequently (vaak), every day, every week, enzovoort.
Deze woorden geven een gewoonte of regelmaat aan.
We usually go to a restaurant on Fridays.
Dave always forgets to take his keys.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Slide 11 - Open question

This item has no instructions


Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Grammar: Past simple
Verleden tijd
Je gebruikt de past simple om aan te geven dat iets in het verleden plaatsvond of gebeurde.
Bijvoorbeeld:
In 2016 we visited Aruba.
Ilka phoned me a couple of days ago.
I was very shy as a child.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de past simple?
De volgende onderwerpen komen aan bod:
  • de standaardregel
  • uitzonderingen op de standaardregel:
 - verdubbeling medeklinker
 - werkwoorden eindigend op medeklinker + y
  - onregelmatige werkwoorden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Standaard regel
De standaardregel voor het maken van de past simple is: zet -ed achter het werkwoord.
Dit doe je bij alle onderwerpen, bijvoorbeeld:


to walk: I walked, you walked, he/she/it walked,
we walked, you walked, they walked
to jump: I jumped, you jumped, he jumped, …
to start: I started, you started, ...

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering: verdubbeling medeklinker






Let op! Deze regel geldt dus niet wanneer het werkwoord 2 klinkers bevat 
(to cook - cooked).

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering: verdubbeling medeklinker






Let op! Deze regel geldt dus niet wanneer de klemtoon op de eerste lettergreep valt (to visit - visited).


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering: werkwoorden eindigend op medeklinker + y






Let op!
Na een klinker (a, e, i, o, u) verandert de -y niet: to play - played, to obey - obeyed.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben een geheel eigen vorm in de verleden tijd. (past simple = tweede rijtje) Bijvoorbeeld: 
 

to drink - drank (niet: drinked)
to beat - beat (niet: beated)

I drank two cups of coffee an hour ago.
He played the piano and she beat the drums.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe gebruik je de past simple?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Extra voorbeelden
Rose wasn’t at school yesterday.
I lived in Egypt from 2011 to 2014.
The bus left a couple of minutes ago.
When we were young, our mother told us many ghost stories.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Let op!
In het Nederlands gebruik je vaak de voltooid tegenwoordige tijd (de present perfect) om over het verleden te vertellen. In het Engels gebeurt dat niet.

Ik heb haar gisteren gezien.
I saw her yesterday. (I have seen her yesterday)
We zijn vorige week in Antwerpen geweest.
We were in Antwerp last week. (We’ve been in Antwerp last week.)



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is de past simple van: to sing

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat is de past simple van: to beg

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat is de past simple van: to stay

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat is de past simple van: to prefer

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Homework
Writing: H3 Reporting
  • A1 Descriptions
Grammar:
  • Verbs 1: Present simple
  • Verbs 2: Past simple
Huiswerk:
Schrijf een brief aan je beste vriend(in) waarin je vertelt wat je de afgelopen week allemaal hebt gedaan, denk aan de grammatica!


Slide 28 - Slide

https://www.spelletjesplein.nl/engels/