Bs 3. Het zenuwstelsel- neuronen & typen neuronen

Thema 1 Regeling en Waarneming  




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine



Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons & Jassen
in je kluis
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 1 Regeling en Waarneming  




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine



Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons & Jassen
in je kluis

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

today''s program 
terugblik bs 2:

leerdoelen: je kunt
  • het zenuwstelsel indelen naar de bouw van het zenuwstelsel en naar functie

  • vertellen uit welke onderdelen een regelkring van het zenuwstelsel bestaat
  • de functies opnoemen van gliacellen en neuronen 
  • de verschillende onderdelen van een neuron aanwijzen 
  • neuronen en zenuwcellen indelen naar functie



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De hypofyseachterkwab is eigenlijk de voortzetting van de hypothalamus. Leg dit uit.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

leg deze afbeelding uit aan je klasgenoot

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

leg deze afbeelding uit aan je klasgenoot

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

today''s program 
terugblik bs 2:

leerdoelen: je kunt
  • het zenuwstelsel indelen naar de bouw van het zenuwstelsel en naar functie

  • vertellen uit welke onderdelen een regelkring van het zenuwstelsel bestaat
  • de functies opnoemen van gliacellen en neuronen 
  • de verschillende onderdelen van een neuron aanwijzen 
  • neuronen en zenuwcellen indelen naar functie



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het zenuwstelsel bestaat uit
A
centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen
B
centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
C
centraal zenuwstelsel en lichaamzenuwen
D
perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

je hebt bs 3 doorgenomen
klaar om te testen .....

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Bewegingszenuwen geleiden impulsen van...
A
zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
het centrale zenuwstelsel naar zintuigen
C
spieren naar het centrale zenuwstelsel
D
het centrale zenuwstelsel naar spieren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waar ligt het cellichaam van een gevoelszenuwcel?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waar liggen de schakelcellen?
A
Buiten het centrale zenuwstelsel
B
In de zintuigen
C
In het centrale zenuwstelsel
D
In de zenuwen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen/ sensorische neuronen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
Van het centrale zenuwstelsel af

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Nummer 4 is:
A
Axon
B
Cellichaam
C
Dendriet
D
Synaps

Slide 15 - Quiz

Referentie:
http://www.homeopathienetwerk.nl/wp-content/uploads/Zenuwcel_klein-300x180.jpg
Dendrieten geven in zenuwcellen het signaal van het cellichaam door naar de synaps
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heten de onderdelen 1 en 5?
A
1 = axon 5 = myelineschede
B
1= dendriet 5 = axon
C
1 = dendriet 5 = myelineschede
D
1 = cellichaam 5 = synaps

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In de afbeelding hiernaast is schematisch weergegeven hoe enkele zenuwcellen impulsen geleiden vanuit de huid naar een spier. De pijlen geven de richting van de impulsen aan.

Waar bevindt zich een axon of waar bevinden zich axonen?
A
van P naar synaps en van R naar ruggenmerg
B
van vinger naar R en van Q naar spier
C
van R naar ruggenmerg en van Q naar spier
D
van vinger naar R en van P naar synaps

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

bespreken opdrachten 22 t/m 24

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

opdracht HERSENEN
  • De uitgedeelde kopie bevat een plaatje met de centra in de hersenen/verlengde merg. Leer deze uit je hoofd 
  • Beschrijf het verschil in functie van de primaire en secundaire centra. 
  • Noem m.b.v. BiNaS 88C2 drie centra in de grote hersenen die betrokken zijn bij het leren spreken van een vreemd taal.
  • Wijs in BiNaS 88C3 aan waar de centrale groeve zich bevindt, wijs in 88C2 aan waar de primaire centra zijn voor de hand
  • Leg met BiNaS 88C3 uit wat het verschil is tussen de motorische en sensorische homunculus (= primaire centrum)


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

huiswerk

lees en vat samen 'hersenen', 'hersencentra' en 'ruggenmerg'
maak de opdrachten 25 t/m 30

Slide 21 - Slide

This item has no instructions