14.2 Het centrale zenuwstelsel

H14 Zenuwstelsel
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H14 Zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

een klasgenoot roept je naam, in welk deel van je hersenen neem je dat waar?
A
grote hersenen
B
hersenstam
C
kleine hersenen

Slide 3 - Quiz

14.2 Het centrale zenuwstelsel 1

Slide 4 - Slide

Inhoud hoofdstuk

14.1 Cellen in het zenuwstelsel
14.2 Het centrale zenuwstelsel
14.3 Impulsgeleiding (hoe gaan signalen door een zenuwcel) (2 lessen)
14.4 Impulsoverdracht tussen neuronen (2 lessen)
14.5 Autonoom zenuwstelsel (onbewuste deel van het zenuwstelsel)

Slide 5 - Slide

Leerdoel 14.2
  • Je leert de bouw en de functie van delen van het zenuwstelsel

Slide 6 - Slide

doelen
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: centraal zenuwstelsel (CZS), neuronen (zenuwcellen), perifere zenuwstelsel, grijze stof, myeline, bloed-hersenbarriëre, tight junctions, astrocyten, gliacellen, grote hersenen, hersenbalk, hersenschors, hersenstam, ruggenmerg, sensorische centra, motorische centra, interpreteren, hersenstam, reflexboog
  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
  • je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken

Slide 7 - Slide

Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (neuronen) van
  • de hersenen
  • het ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 8 - Slide

Perifeer zenuwstelsel
Wat?
  • (Uitlopers van) zenuwcellen, gebundeld in zenuwen
Functie:
  • verbinden zintuigen met het CZS
  • verbinden het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 9 - Slide

Drie typen neuronen binas 88A
Sensorische neuronen:
  • vervoeren impulsen van zintuigen naar het CZS
  • vaak lange uitlopers.
Schakelneuronen: 
  • Zenuwcellen binnen het CZS.
Motorische neuronen:
  • vervoeren impulsen van CZS naar spieren of klieren
  • vaak lange uitlopers.

Slide 10 - Slide

Witte en grijze stof Bron 4
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Ruggenmerg
Binas 88j

Slide 11 - Slide

Witte en grijze stof Bron 4
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Hersenen
Binas 88L

Slide 12 - Slide

Bescherming CZS -ruggenmerg
3 vliezen:
  • Zacht vlies (binnenste)
  • Spinnenwebvlies 
  • Hard vlies (buitenste)



Slide 13 - Slide

Bescherming CZS-hersenen
3 vliezen:
  • Zacht vlies (binnenste)
  • Spinnenwebvlies
  • Hard vlies (buitenste)



Slide 14 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Tussen spinnenwebvlies en zachte hersen/ ruggenmergvlies zit hersenvocht en daar lopen de bloedvaten.

NB:
Er is geen directe verbinding
tussen bloed en hersenvloei-
stof.


Slide 15 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
bron 5
Doel:
Controle welke stoffen wel/ niet van bloed naar hersen vloeistof gaan door:
  • tight junctions in bloedvatwand
  • astrocyten om het bloedvat heen
NB:
Stoffen moeten dus door 2 cellen heen.

Slide 16 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
bron 5
Diffusie:
  • Kleine en/ of vet-oplosbare stoffen: zuurstof, koolstofdioxide, steroïdhormonen maar ook  alcohol, cocaïne en antidepressiva.
Gefaciliteerd/ actief (transporteiwitten):
  • Grotere moleculen zoals glucose of insuline -> selectief!

Slide 17 - Slide

Anatomie hersenen bron 6 (Binas88C1)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Verbonden met de hersenbalk
  • Schors en merg

Slide 20 - Slide

Anatomie grote hersenen 
  • Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam.
  • Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
 L         R
  • Ontvangt informatie van de linkerkant van het lichaam.
  • Stuurt de spieren/ klieren van de   linkerkant aan.

Slide 21 - Slide

Grote hersenen bron 7 (binas 88C3) 

Slide 22 - Slide

Leerdoel en begrippen 14.2
  • Je leert de bouw en de functie van delen van het zenuwstelsel
centraal zenuwstelsel (CZS), neuronen (zenuwcellen), perifere zenuwstelsel, grijze stof, myeline, bloed-hersenbarriëre, tight junctions, astrocyten, gliacellen, grote hersenen, hersenbalk, hersenschors, hersenstam, ruggenmerg, sensorische centra, motorische centra, interpreteren, hersenstam, reflexboog

Slide 23 - Slide

Verder aan het werk
  • Maak een samenvatting
  • Maak de B opdr van 14.2 - 12,16,19 t.m 23


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video