Nazi-Duitsland, 1939. Liesel is negen jaar oud wanneer zij en haar broertje Werner naar een pleeggezin worden gebracht. Werner sterft onderweg en Liesel komt alleen aan bij het oudere echtpaar Hubermann. Als ze bij het graf van haar broer een zwart boekje vindt, het zogenaamde Doodgravershandboek, begint haar liefdesaffaire met boeken en woorden. Liesel leert met hulp van haar pleegvader lezen en al spoedig steelt ze boeken uit de boekverbrandingen van de nazi's, uit bibliotheken; overal waar er ook maar boeken te vinden zijn. Maar dit zijn gevaarlijke tijden...