Wat? Bedenk zelf nieuwe vergelijkingen: start met een bijvoeglijk naamwoord (bijv. vies, druk, saai)
Hoe? In viertallen. Iedereen bedenkt één bijvoeglijk naamwoord en alle vier bedenk je daar een vergelijking bij ( bijv:zo vies als de wc's op school)
Kies vervolgens de beste en noteer deze.
Per groep noteer je dus in totaal vier zelfbedachte vergelijkingen.
Tijd: 5 á 6 minuten
Klaar? Laten zien aan docent en samen bespreken