Les 3 Niveau 1F

Onderdelen Les 3 SCORE
  1. Decimale getallen optellen en aftrekken
  2. Optellen mbv Getallenlijn
  3. Vermenigvuldigen van getallen door te splitsen
  4. Rekenen met een Rekenmachine
1 / 10
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onderdelen Les 3 SCORE
  1. Decimale getallen optellen en aftrekken
  2. Optellen mbv Getallenlijn
  3. Vermenigvuldigen van getallen door te splitsen
  4. Rekenen met een Rekenmachine

Slide 1 - Slide

tienden, honderdsten, duizendsten
Hoe zat het ook al weer?
Hoeveel tienden zitten er ook alweer in één HELE?
Hoeveel honderdsten zitten er ook alweer in één HELE?
Hoeveel duizendsten zitten er ook alweer in één HELE??

Hoe schrijf je dat ook al weer

Slide 2 - Slide

Decimale getallen optellen en aftrekken
Waar moeten we aan denken?
  • Kan uit het hoofd
  • Anders onder elkaar schrijven
  • Wanneer worden tienden hele getallen?
  • Wanneer worden Honderdsten Tienden?
  • Wanneer worden Honderdsten hele getallen?

Slide 3 - Slide

Optellen mbv een getallenlijn
Wat is een Getallenlijn en waarvoor hebben we deze nodig?
Een handig instrument waarmee je sommen uit kunt splitsen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat klopt er niet aan onderstaande getallenlijn?

Slide 6 - Open question

Vermenigvuldigen van getallen door te splitsen
We kunnen hier een mooie tabel voor maken
Som: 38 x 24




Het antwoord is 912
20
4
30
8

Slide 7 - Slide

Rekenen met een rekenmachine
We letten op de volgende zaken:
  1. gebruik de 'punt' als je een komma moet hebben
  2. Bij een duizendtal gebruik je geen 'Punt'!

Bij het schrijven van getallen:
  1. Schrijf een 'Punt'  bij duizendtallen
  2. Gebruik een komma bij decimalen

Slide 8 - Slide

decimalen optellen en aftrekken
Waar letten we op?
Bij cijferend Rekenen => de komma's onder elkaar!

Mag ik de komma eerst ook weglaten en daarna weer terug plaatsen?

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
3 - 0,64 =
we gaan eerst de komma's wegwerken
300 - 64 =
236
Nu de komma weer teruplaatsen
2,36

Slide 10 - Slide