Week 2 Taal en Beroep Interview

Interview
DOEL:
Aan het eind van de les kun je verschillende interviewvragen opstellen
Aan het eind van de les ken je tips en valkuilen bij het opstellen van interviewvragen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsTaal en BeroepMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Interview
DOEL:
Aan het eind van de les kun je verschillende interviewvragen opstellen
Aan het eind van de les ken je tips en valkuilen bij het opstellen van interviewvragen

Slide 1 - Slide

Het interview
Een interview is een vraaggesprek dat je met iemand kunt houden.


Je hebt vast wel eens een interview gezien op televisie, gehoord op de radio of gelezen in een krant.


Vaak zijn deze interviews met bekende mensen, met mensen die iets bijzonders kunnen of iets bijzonders hebben meegemaakt.
In deze les gaan we zien, hoe je een interview het beste kunt aanpakken.
Een vraaggesprek moet je goed voorbereiden, zodat je echt te weten komt wat je nodig hebt!

Slide 2 - Slide

'Het interview'
Waar denk jij aan?

Slide 3 - Mind map

Ik weet het verschil tussen een open vraag en een gesloten vraag
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Open vraag
Wat zijn het?
Beginnen met een W of een H:
Wie? Wat? Waarom? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Hoezo?
Wat doen ze?
Je krijgt meer informatie van de ander.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Gesloten vraag 
Wat zijn het?
Beginnen met een werkwoord: Ben je..? Ga je…?
Het antwoord is een JA of een NEE!
Wat doen ze?
De ander kan met een ja of een nee antwoorden.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Maak van de volgende vraag een open vraag
'Gaat het goed met u?'

Slide 9 - Open question

Maak van volgende vraag een open vraag
'Vind je de nieuwe iPhone mooi?'

Slide 10 - Open question

Maak van de volgende vraag een open vraag
'Heb je gezien wat er gebeurd is?'

Slide 11 - Open question

Informeer je respondent voorafgaand aan je interview:
- voor wie de vragenlijst is bedoeld;​
- over welk onderwerp de vragenlijst gaat;​
- waar de resultaten voor worden gebruikt;​
- hoe lang het duurt om de vragenlijst in te vullen;​
- of deelname aan de enquête anoniem is. 





Slide 12 - Slide

Nadenken en doorvragen
- Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen
- Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde
- Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven

Slide 13 - Slide

Tips enquetevragen opstellen
Basisboek Sociaal werk (Angerenstein welzijn, pagina 381)​

Houd vraag en antwoord kort en bondig​
Stel zoveel mogelijk multiple-choice vragen, benoem de antwoordenopties​
Pas taalgebruik aan, aan de respondent​
Omschrijf moeilijke begrippen​
Stel concrete vragen​
Vermijd suggestieve vragen​
Vermijd twee vragen ineen​
Vermijd dubbele ontkenning​
Vermijd woorden met emotionele waardes​
Beslis of je een respondent de mogelijkheid geeft tot het geven van een neutraal antwoord of “dwingt” tot het maken van een keuze.​
Gebruik zoveel mogelijk dezelfde antwoordschalen (bijvoorbeeld 3-, 4-, 5- of 7-puntsschaal)​










Slide 14 - Slide

Tips 
• Wees goed voorbereid: stel je vragen vooraf op en houd dit schema bij de hand
• Vraag door: zo kom je tot meer achtergrondinformatie en begrijpen jullie elkaar beter
• Let op je houding en gedrag: toon respect, overdrijf niet en kijk je respondent aan als hij of zij aan het woord is
• Vat ten slotte de conclusies kort samen: zo weet je zeker dat je de informatie goed hebt begrepen

Slide 15 - Slide

Hoe bereid je het interview voor?
- Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen
- Durf ook van je vragenlijst af te wijken, luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig
- Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op met je mobiel --> je moet er namelijk een verslag van maken

Slide 16 - Slide

Volgende week
 












Slide 17 - Slide