Interview

Interview
Opdracht:
Je gaat een interview afnemen met een toerist. 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Interview
Opdracht:
Je gaat een interview afnemen met een toerist. 

Slide 1 - Slide

Het interview
Een interview is een vraaggesprek dat je met iemand kunt houden.


Je hebt vast wel eens een interview gezien op televisie, gehoord op de radio of gelezen in een krant.


Vaak zijn deze interviews met bekende mensen, met mensen die iets bijzonders kunnen of iets bijzonders hebben meegemaakt.
In deze les gaan we zien, hoe je een interview het beste kunt aanpakken.
Een vraaggesprek moet je goed voorbereiden, zodat je echt te weten komt wat je nodig hebt!

Slide 2 - Slide

'Het interview'
Waar denk jij aan?

Slide 3 - Mind map

Ik weet het verschil tussen een open vraag en een gesloten vraag
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Open vraag
Wat zijn het?
Beginnen met een W of een H:
Wie? Wat? Waarom? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Hoezo?
Wat doen ze?
Je krijgt meer informatie van de ander.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Gesloten vraag 
Wat zijn het?
Beginnen met een werkwoord: Ben je..? Ga je…?
Het antwoord is een JA of een NEE!
Wat doen ze?
De ander kan met een ja of een nee antwoorden.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Maak van de volgende vraag een open vraag
'Gaat het goed met u?'

Slide 9 - Open question

Maak van volgende vraag een open vraag
'Vind je de nieuwe iPhone mooi?'

Slide 10 - Open question

Maak van de volgende vraag een open vraag
'Heb je gezien wat er gebeurd is?'

Slide 11 - Open question

Nadenken en doorvragen
- Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen
- Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde
- Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven

Slide 12 - Slide

Soms is een antwoord niet duidelijk en moet je doorvragen. Hoe kun je dat bijvoorbeeld doen?
A
"Kunt u daar een voorbeeld van geven?"
B
"Ja....en.....?"
C
"Als ik het goed begrijp, bedoelt u dus dat....."
D
"Wat bedoelt u precies?"

Slide 13 - Quiz

Tips 
• Wees goed voorbereid: stel je vragen vooraf op en houd dit schema bij de hand
• Vraag door: zo kom je tot meer achtergrondinformatie en begrijpen jullie elkaar beter
• Let op je houding en gedrag: toon respect, overdrijf niet en kijk je respondent aan als hij of zij aan het woord is
• Vat ten slotte de conclusies kort samen: zo weet je zeker dat je de informatie goed hebt begrepen

Slide 14 - Slide

Interview
Je bent een toerist in Utrecht. Bedenk wie je bent (hoe heet je, waar kom je vandaan, vul voor jezelf een aantal van de kenmerken in).​

In tweetallen interviewen jullie elkaar. Hoe kun je tactisch achter iemands leeftijd/inkomen/financiële bestedingsruimte komen?​
We bespreken klassikaal wat jullie hebben ontdekt en hoe.

Slide 15 - Slide

Evaluatie
Wat ging goed? Wat kan beter?

Slide 16 - Slide

Hoe bereid je het interview voor?
- Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen
- Durf ook van je vragenlijst af te wijken, luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig
- Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op met je mobiel --> je moet er namelijk een verslag van maken (vraag hiervoor wel eerst toestemming)

Slide 17 - Slide

Wat weet je nu wat je eerst nog niet wist? Of wat neem je mee naar je interview?

Slide 18 - Open question