De voorwerpen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

De voorwerpen

Extra bundel + handboek p. 203-211

De kusttram nemen is dus het ideale uitstapje voor iedere kusttoerist.
Deze zin heeft...

1. Een NWG
2. Een ZWW
3. Een ADPV
4. Een WWG

Het park wordt 'het Nationaal Park Hoge Kempen' genoemd.
Deze zin heeft...

1. Een NWG
2. Een WWU
3. Enkel een HOWW
4. Een WWG

Het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp (LV)

• Staat bij een WWG
• kan je vervangen door iets of iemand 
• is het antwoord op de vraag: WIE/WAT + WWG + O?
• begint NIET met een voorzetsel (in, op, naast, voor, onder,...)
• staat NIET bij een NWG! 

Ik proef de spaghettisaus. 

Je vindt het LV door de vraag: WIE/WAT + WWG + O?

Oefening 

Onderstreep het LV in de vetgedrukte zinnen van oefening 1. 

Je vindt het LV door de vraag: WIE/WAT + WWG + O?

België bezit een Nationaal Park in Limburg.
Het LV is...

1. België
2. een Nationaal Park
3. bezit
4. in Limburg

Hij heeft een eigen museum dat je kan bezoeken.
Het LV is...

1. Hij
2. je
3. een eigen museum
4. heeft

Hij zou dit jaar zijn honderdste verjaardag vieren.
Het LV is...

1. Hij
2. dit jaar
3. zou
4. zijn honderdste verjaardag

In het witloofmuseum kom je alles over witloof te weten.
Het LV is...

1. In het witloofmuseum
2. je
3. kom
4. alles over witloof

Maak je 2 of meer fouten? 

• Volg de les 

Maak je minder dan 2 fouten?

• Maak oefening 6 (p. 208)
• Maak oefening 7, a-d (p. 208)
• Verbeter jezelf met de verbetersleutel:

Vakmap - cursus - ingevulde cursus - Deel 4 

Deze vraag heb ik nog over het LV 🧐

Het meewerkend voorwerp

Oefening 2 & 3

We maken deze oefeningen samen! 

Het meewerkend voorwerp (MV)

• Staat bij een WWG of NWG
• kan je vervangen door voor iets of voor/aan iemand 
• is het antwoord op de vraag:
  AAN/VOOR WIE/WAT + WWG/NWG + (LV) + O?
• begint soms met aan of voor (niet altijd!)
• COI in het Frans 

Ik geef mijn broertje een lepel saus. 

Stel de vraag: AAN/VOOR WIE/WAT + WWG/NWG + (LV) + O?

Oefening Scoodle

Staat klaar bij opdrachten

of

Oefeningen - Deel 4 - Lijdend en meewerkend voorwerp - Oefening 4: meewerkend voorwerp (*)

Minder dan 70%? 

• Volg de les 

70% of meer?

• Maak oefening 9 (p. 209)
• Maak oefening 10 (p. 210)
• Verbeter jezelf met de verbetersleutel:

Vakmap - cursus - ingevulde cursus - Deel 4 

Deze vraag heb ik nog over het MV 🧐

De voorwerpen

Extra bundel + handboek p. 203-211

Hoe vind je het LV in een zin?

Voor wat staat de afkorting LV?

Door wat kan je een MV altijd vervangen in een zin?

Je vindt een MV in een zin met een...

1. WWG
2. WWG en NWG
3. NWG
4. HOWW

Maak oefening 7

(p. 208, a-b)

Maak oefening 9

(p. 209)

Maak oefening 10

(b-d, p. 210)

Toets 8: de voorwerpen

Woensdag 4/05

Taak 8: de voorwerpen

Dien het ingevulde sjabloon digitaal in voor woensdag 4/05

Schrijf digitaal indienen via uploadzone bovenaan taakfiche

Tip: duid eerst O, MV en LV aan in een ander kleurtje!

Vul het EXIT ticket in

https://forms.gle/CYqzn5aW1s81q3As7

Extra oefenen? 

Maak de oefeningen die klaar staat bij opdrachten op Scoodle! 

Vrij oefenen kan natuurlijk ook.