CanMeds-rollen en hun relatie tot klinisch redeneren


CanMEDS-rollen en hun relatie tot klinisch redeneren
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


CanMEDS-rollen en hun relatie tot klinisch redeneren

Slide 1 - Slide

De 6 stappen van Marc Bakker

  • Oriëntatie op de situatie
  • Klinische probleemstelling/problemen in kaart brengen
  • Aanvullende observaties en onderzoeken
  • Beleid vaststellen
  • Verloop monitoren
  • Evaluatie/reflectie

Slide 2 - Slide

CanMEDS-rollen
1. Vakinhoudelijk handelen
2. Communicatie
3. Samenwerking
4. Kennis en wetenschap
5. Maatschappelijk handelen
6. Organisatie
7. Professionaliteit en kwaliteit



Slide 3 - Slide

Opdracht
Welke overeenkomsten zijn er tussen de CanMEDS-rollen en klinisch redeneren?
Zet de stappen van Marc Bakker op papier/laptop en ga samen kijken waar je de CanMEDS-rollen kan plaatsen.


Slide 4 - Slide

Oriëntatie op de situatie
De zorgverlener begint met het in kaart brengen van de situatie en het identificeren van de belangrijkste zorgbehoeften van de patiënt.

De communicator zorgt voor een heldere communicatie met de patiënt om relevante informatie te verzamelen over de medische geschiedenis en symptomen.

De samenwerker werkt samen met andere zorgverleners om een volledig beeld te krijgen van de situatie en de benodigde ondersteuning te identificeren

Slide 5 - Slide

Klinische probleemstelling/
problemen in kaart brengen
De zorgverlener formuleert een heldere klinische probleemstelling op basis van de verzamelde informatie en initiële evaluatie van de patiënt.

De communicator legt de klinische probleemstelling duidelijk uit aan de patiënt en eventuele betrokken familieleden, waarbij ze begrip en betrokkenheid bevorderen.

De professional handelt ethisch en respectvol bij het formuleren van de klinische probleemstelling en neemt de belangen en voorkeuren van de patiënt in acht.

Slide 6 - Slide

Aanvullende observaties en onderzoeken
De wetenschapper past wetenschappelijke kennis toe om het juiste aanvullende onderzoek te selecteren en te interpreteren.

De organisator coördineert het aanvullende onderzoek, zoals het aanvragen van laboratoriumtests of beeldvormende onderzoeken, en zorgt voor een efficiënte uitvoering ervan.

Slide 7 - Slide

Beleid vaststellen
De gezondheidsbevorderaar streeft naar het implementeren van preventieve maatregelen en gezondheid bevorderende strategieën in het behandelplan. 

De organisator organiseert de implementatie van het behandelplan, inclusief medicatie, therapieën en follow-upafspraken.

Slide 8 - Slide

Verloop monitoren
De zorgverlener bewaakt het verloop van de behandeling, past indien nodig het behandelplan aan en biedt continue zorg en ondersteuning aan de patiënt.

De samenwerker werkt samen met andere zorgverleners om eventuele complicaties of veranderingen in de toestand van de patiënt aan te pakken en te coördineren.

Slide 9 - Slide

Evaluatie/reflectie


De professional evalueert de effectiviteit van het behandelplan en reflecteert op het proces om eventuele verbeterpunten te identificeren.

De communicator communiceert duidelijk met de patiënt over de resultaten van de evaluatie, eventuele wijzigingen in het behandelplan en toekomstige stappen.

Slide 10 - Slide

Conclusie


Deze koppeling laat zien hoe elke CanMEDS-rol relevant is in verschillende stadia van het proces van klinisch redeneren en het leveren van zorg.

Slide 11 - Slide

Volgende week.....


Hoe heb ik mij ontwikkeld in elk van de CANMEDS-rollen door het uitvoeren van voorgaande deelopdrachten?
Wat heb ik nog te leren ten aanzien van klinisch redeneren?
In welke CanMeds-rol(len) dien ik mij dus nog verder te bekwamen?
Welke SMART-leerdoelen formuleer ik hierbij?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide